Genootschappen of gemeenschappen?


Het stikt van de samenzweringen in de wereld. Het lijkt wellicht een zware term om te gebruiken, maar het zou goed zijn als we deze weer in ere gaan herstellen, want hoewel sommige complotdenkers de neiging hebben om door te schieten, bestaat aan de andere kant van het spectrum ook de complotontkenner. Dit houdt in dat iemand de ogen sluit voor allerlei misstanden in de wereld of deze zelfs goedpraat, terwijl deze wel degelijk met opzet op een bepaalde manier zijn veroorzaakt, ongeacht of het kwaad- of zelfs goedbedoeld is. Het kwaad is namelijk banaal, zoals Hannah Arendt al decennia geleden heeft ontdekt. Het is alomtegenwoordig en overkomt de gewoonste mensen. Sterker nog: corruptie is vaak zelfs geïnstitutionaliseerd, genormaliseerd en gelegaliseerd, zoals slavernij dat ook ooit was.

De term ‘samenzwering’ wordt op meerdere manieren misbruikt, met name om gevestigde belangen te beschermen en bijvoorbeeld klokkenluiders weg te kunnen zetten. Verder is het ook een beschermingsmechanisme van een groep, ook wel wilful blindness genoemd. Als je meer wil weten over échte samenzweringen bij klaarlichte dag, hoef je daarom niet ver te zoeken. Alleen al de Verenigde Staten zijn sinds de tweede wereldoorlog tientallen naties binnengevallen om hun ideologisch geladen versie van ‘democratie’ te brengen. Het eenvoudigste voorbeeld is het voorwendsel van ‘weapons of mass destruction’ om Irak binnen te kunnen vallen, maar er zijn er ontzettend veel meer.

“Samen-zweren” betekent feitelijk dat je onderling iets zweert, een eed aflegt. Iets met elkaar afspreekt. Het komt ook terug in complot: com’ betekent ‘samen’ en ‘plot’ betekent ‘plan’. Het betekent dat je samen een plan maakt. Het is net als het woord ‘collaboreren’, wat ook twee betekenissen heeft: ‘samenwerken’, maar ook ‘heulen’. Want ook ‘samenzwering’ betekent méér. Vaak wordt er aan toegekend dat het ‘kwaadaardig’ of ‘illegaal’ (dus niet-gelegaliseerd) is wat er wordt geplot, maar in wezen is dat erbij bedacht om het een betekenis te geven. Iets onwelgevalligs illegaal verklaren is bovendien de ultieme cirkelredenering: alles wat tegen het systeem werkt kan op die manier worden bestreden. Bovendien is vaak pas achteraf te bepalen of iets nu eigenlijk een kwade intentie of afloop had. Laten we daarom eens een iets zuiverder definitie hanteren, waar weinig aan te interpreteren valt:

Hiermee blijft in het midden wat de bedoeling (intentie) erachter is, het kan zelfs goedbedoeld zijn. Maar of het goedbedoeld is of niet doet er feitelijk niet toe, want zoals we allemaal weten “The road to hell is paved with good intentions.” Waar het wel om gaat is of de mensen waar het over gaat er iets over te zeggen hebben, vooraf en achteraf. Als je deze definitie hanteert, zijn samenzweringen alomtegenwoordig. Of ze grenzen er op z’n minst zeer dicht aan. Vrij feitelijk zou je zelfs kunnen zeggen dat bijna élke vergadering van mensen die onder contract staan en in dienst zijn van een hogere macht (zoals een publieke of private werkgever) een samenzwering is.

En dan heb ik het nog niet over de tegenhanger van de volksvergadering: de vorstenvergadering. Denk aan het verdrag van Westfalen/Münster (1648), het congres van Wenen (1815) of de Koloniale Conferentie van Berlijn van 1884-1885. Ook de samenkomsten van de G3 t/m G12 zijn duidelijke vorstenvergaderingen, waar enkel de officiële delegaties (van legaat, delegeren) worden afgevaardigd. Ook in de VN is geen enkele sprake van directe vertegenwoordiging vanuit het volk. Probeer maar eens uit je hoofd te bedenken wie ‘ons land’ daar vertegenwoordigt.

Het is echter ook niet helemaal zwart-wit, want er zijn ook vaak wel mogelijkheden om enige inspraak te krijgen, maar het probleem is dat er vaak eerst (enorme) drempels moeten worden overwonnen om dit voor elkaar te krijgen. Daarmee ligt het oordeel of iemand wel of geen recht op inspraak heeft altijd bij de samenzweerders, waarmee het duidelijk is dat er sprake is van een verticale machtsverhouding tussen machtigen en onmachtigen. Zo moet ook worden bepaald wie eigenlijk eigenaar is van iets of iemand. Want het gaat er niet over wie er zorg voor draagt, maar wie er uiteindelijk over kan beschikken. En degenen die ergens over beslissen, beschikken er in feite ook over. En zij die beschikken, bezitten.

In feite zijn de verdragen en wetten die dit soort nationale en internationale instituten opstellen geen cocreaties, maar monocreaties. De term monocreatie is een afgeleide van monocratie, zoals cocratie ook een afgeleide is van cocreatie. Mono betekent niet ‘één’, maar ‘slechts één’. De term houdt in dat dus slechts één iets (bijv. een rechtspersoon of staat) of iemand het alleenrecht (monopolie) heeft om te scheppen. En het werkt slechts eenzijdig (unilateraal): top-down, voorbehouden aan een select gezelschap. Een genootschap.

De gehele wereld wordt in feite geregeerd door hermetisch gesloten genootschappen, die niet openlijk toegankelijk zijn, maar waar je enkel binnenkomt via introductie, ballotage, sollicitatie, commissies of inwijding en die onderling zweren zich ergens aan te houden, zoals een eed, reglement, statuut, contract of wet. Dit geldt voor de kerk, de academies (zwarte toga’s), rechtspraak (incl. advocatuur), publiek bestuur (parlement, regering), privaat bestuur (boardrooms en management), geheime genootschappen, studentenverenigingen (disputen, corps), adel (dynastieën), enzovoort. Vergeet ook vooral alle beschermde beroepen niet, waar je aan allerlei procedures en codes moet voldoen, want anders word je berispt, geschorst of eruit gezet. Dit geldt voor advocaten, artsen, specialisten, notarissen, enzovoort. Allemaal hebben zij trouw gezworen.

Er zijn in al deze genootschappen duidelijke procedures, uniformen en rangordes en het is als buitenstaander vaak ondoorgrondelijk hoe je kunt stijgen binnen die rangen en ben je totaal afhankelijk van de ‘hogeren’ in rang en van hun nukken. Meestal worden mensen gekozen uit de incrowd of inner circle, wat in feite een old boys network vormt. Het is de kern van de gevestigde orde en is weinig anders dan het ancien regime, wellicht wat opgepoetst en gemoderniseerd, maar in de kern nog ongewijzigd.

De gevestigde orde maakt bovendien gebruik van allerlei poortwachters en agenten om drempels op te werpen en mogelijk te maken dat deuren worden geopend of gesloten blijven. Deze zijn dan geautoriseerd (door een autoriteit) om mensen binnen of buiten te laten. En daar liggen bewuste of onbewuste vooroordelen aan ten grondslag.


Je ziet wel, mede door de diversiteit- en inclusiebeweging (die is gekaapt dóór de gevestigde orde die zij bekritiseren, ‘co-opting’ genoemd), dat er goed wordt gerammeld aan de poorten, gezaagd aan de stoelpoten en gebeukt tegen de glazen plafonds, maar het is nog altijd een gesloten bolwerk, hooguit met de deur op een kier. Maar als je wil slagen binnen de hiërarchie (rangorde), zul je vergaand jezelf moeten aanpassen. Meestal houdt dit in dat je trouw moet zweren (Engels: Swear your allegiance), bijvoorbeeld aan een leider, wet of statuut. Dát is daarom ook de ware betekenis van inclusie: insluiting in de gevestigde orde.

Zo zijn alle Nederlandse ministers en parlementsleden ingewijd met het afleggen van een eed, waarbij zij trouw zweren aan de Koning, het Statuut van het Koninkrijk en de Grondwet. Daarmee kúnnen zij niet eens meer het systeem van binnenuit veranderen, want elke daad daartegen is een schending van hun eed en een reden om hen te ontheffen of ontslaan uit hun ‘functie’ en hun ‘dienst’.

De rechtspraak werkt net zo. De rechters zijn officieel (vanuit de ‘office’, het bureau dus) onafhankelijk, maar feitelijk vooral onaantastbaar. Want als je kritiek hebt over het functioneren van een rechter, kun je dit enkel kwijt bij een hógere rechter. Deze is echter ook gewoon een ambtenaar die trouw heeft gezworen aan de rechtstaat en is bovendien aan handen en voeten gebonden binnen de grenzen van de wetgeving. En met elke hogere rechter wordt jou als eisende of gedaagde partij de stem verder ontnomen en moet je steeds meer middelen inzetten om anderen vóór jou te laten spreken (vandaar de naam advocaat: “spreekt voor”).


Er zijn door de jaren vele checks and balances ingebouwd en procedures of voorzieningen getroffen om deze bolwerken open te breken, maar het zijn slechts kleine, marginale verbeteringen. In de kern is het karakter van de orde nog altijd allesbehalve open. Het enige wat je kan zeggen is dat het iets minder gesloten is. Je zou zelfs kunnen zeggen dat de piramidestructuur nog hoger is geworden, uit nog meer lagen is gaan bestaan en de afstand tussen hoogste en laagste niveau enorm is gestegen, wat zich weerspiegelt in de gapende salariskloof tussen CEO en medewerker.

Sommigen zullen beweren dat we dáárom verkiezingen hebben, want dan verkiezen we onze leiders zelf. Maar verkiezingen zijn helaas geen geschikt instrument om samenzwering te voorkomen. Sterker nog, ze zijn het ideale middel om samenzweringen te bevorderen, omdat verkiezingen kwantitatief van aard zijn en een momentopname, dus eenvoudig te manipuleren. Op basis van de stem wordt bovendien representatie aangenomen, wat niet hetzelfde is als directe vertegenwoordiging. Het is indirecte vertegenwoordiging, waarbij wordt aangenomen dat zij het volk vertegenwoordigen, maar feitelijk slechts partijvertegenwoordigers zijn.

Politieke partijen zijn daarbij per definitie samenzweringen. Het partijbestuur bepaalt de lijst van kandidaten. De stem op een partij zelf zegt helemaal niets over de inhoud van de besluiten die ermee zullen worden genomen. Na het stemmen staat het de partijen volledig vrij om alles met elkaar te bekonkelen wat ze willen, het enige wat hen hiervan weerhoudt is een volgende verkiezing, waarvan zij weten dat het veel meer om beeldvorming draait dan om inhoud. Partijdigheid is dan ook de belangrijkste kernwaarde, net als bij dat andere gesloten genootschap: advocaten. Het parlement is qua opzet en stijl ook niet veel anders dan een rechtbank, allemaal hetzelfde laken een pak, stammend uit een ver aristocratisch verleden en het parlementarisme van de verlichting (en ver daarvoor).

De rechtsstaat, of op wereldschaal de rules-based world order (de term die door wereldleiders wereldwijd wordt gebruikt), is dan ook niet veel meer dan een systeem en structuur om rechten te bewaken van een bepaalde, beperkte groep bevoorrechten, maar vooral ook een manier om mensen en groepen uit te kunnen sluiten van die (voor)rechten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat vanuit de gegoede klassen hier veel waarde aan wordt gehecht en dat het voor de minder bevoorrechte klassen een eeuwige strijd en struggle is om er onderdeel van uit te maken. Gelijkheid voor het recht is daarmee een illusie en zou geen streven moeten zijn. De focus zou niet moeten liggen op inclusie en gelijkheid, maar op het verwijderen van de faciliteiten die de uitsluiting en ongelijkheid mogelijk maken. Slavernij was bijvoorbeeld ooit gelegaliseerd. Daar is het probleem begonnen.


Cocratie gaat niet uit van samenzwering, maar van cocreatie. Dit houdt heel eenvoudig in dat de besluitvorming mét elkaar gebeurt. De mensen waar het over gaat, die beslissen zelf en mét elkaar. Alleen dan kan er geen sprake van een samenzwering door enkelen vóór anderen. Cocreatie is dan ook niet eenzijdig opgelegd, zoals een Monocreatie (zie eerder in dit artikel), maar is twee- of meerzijdig. En belicht daarom ook een #ding altijd van minimaal twee kanten.

En als praktisch gezien niet iedereen aanwezig kan zijn, kan worden gewerkt met directe, rechtstreekse vertegenwoordiging vanuit het midden van de gemeenschap. Vervolgens leggen deze vertegenwoordigers ook weer direct, dus rechtstreeks, verantwoording af aan de vertegenwoordigden, zodat zij op elk moment ter verantwoording kunnen worden geroepen en niet in afzondering besluiten kunnen nemen en zich kunnen afzonderen van hun gemeenschap als vrijgestelde beroepsleiders.

Want vergeet niet dat de term ‘samenzwering’ oorspronkelijk van de heersers zélf kwam en niet van het volk. De heersers zagen namelijk continu samenzweringen, omdat zij diep van binnen ook wisten dat ze ooit een keer ter verantwoording zouden worden geroepen voor besluiten die zij vóór anderen hadden genomen (uit eigenbelang) en de, directe of indirecte, wan- of misdaden die zij daarmee hadden gepleegd. Bedenk daarbij ook dat het voor een heerser onmogelijk is om een schoon geweten te houden, hoe integer iemand ook is. Want op zo’n positie kun je eigenlijk niet anders dan de werkelijkheid geweld aandoen, omdat je besluiten neemt op grote afstand van daar waar het gebeurt. En als je zelf geen waarde toevoegt, is het enige wat je rest om de waarde die anderen toevoegen te herverdelen.

Tijd om het weer dichterbij huis te organiseren en de besluiten mét elkaar te nemen. Dan zal er een stuk minder ruimte zijn voor samenzweringen en ontstaat er ruimte voor samenwerking en samenleving.