Geestelijke grondslag


Disclaimer: De geestelijke grondslag is niet bedoeld als dogma, maar als voorstel. Om te laten zien dat je ook anders kan kijken naar de werkelijkheid dan ons altijd is verteld. Het werkt natuurlijk geestverruimend. Niemand op aarde is absoluut wetend en kán dit ook niet zijn. Daarnaast doet het er ook niet zozeer toe waar je in gelooft of wat volgens jou de zin van het leven is, zolang je dit doet met een innerlijke overtuiging, omdat je weet wat voor jou en anderen het goede is om te doen. Dat wat je doet, daar draait het tenslotte om. En niet-doen is óók doen, maar dan onbewust. Je kunt jezelf niet uit dit leven wegcijferen of zittend op een steen jezelf verlicht verklaren. Aan ieder van ons is de taak om kleur te bekennen, om onszelf te positioneren (positief) in onze gedeelde belevingswereld.


Waar ontspringt de gedachte van cocratie precies? Waar is het op gebaseerd? Laten we voorop stellen dat niemand ‘de Waarheid’ weet, want er zijn net zo veel waarheden als er cocreators zijn. We zijn daarnaast allemaal tot op zekere hoogte onwetend. Maar wat wel zeker is, is dat de grondgedachten waarop ons huidige systeem is gebaseerd, niet meer van deze tijd zijn en aan een grondige herziening toe zijn. En ondanks dat de geestelijke grondslagen, of het gebrek daaraan, heel verschillend kunnen zijn, kunnen we tóch vreedzaam met elkaar samenleven op basis van die verscheidenheid. Deze grondslagen zijn daarom slechts bedoeld om aan te geven wat de oorsprong van cocratie is.

De oorsprong van het monocratische mens- en wereldbeeld is tweeledig. Enerzijds vanuit het idee en ideaal dat er één ‘Waarheid’ bestaat en één buitenwereld, die buiten onszelf en onafhankelijk van ons bestaat en voortkomt uit één punt: of dit nu God, de Wet, het Universum of de Oerknal is. En dat we deze ene, universele waarheid kúnnen kennen. Er zijn ons velen voorgegaan die dachten deze ene Waarheid te kennen en hebben deze ‘heilig’ verklaard, om vervolgens de ‘ongelovigen’ te gaan overtuigen van hún versie van de Waarheid en aan hen hun wil op te leggen.

Anderzijds vanuit het idee van hiërarchie: rangorde. Dit betekent dat er een verticale verhouding is tussen ‘opper’ en ‘onder’, ‘hoger’ en ‘lager’ geplaatsten die zich hebben te houden aan hun positie in de pikorde en moeten gehoorzamen aan de hoger geplaatste superieuren (soevereinen). Eindeloos veel tijd is er besteed aan het in kaart brengen van de verticale verhouding van engelen (daar komt het woord ‘hiërarchie’ of vandaan, wat ‘heilige heerschappij’ betekent), mensen en dieren (taxonomie). In de maatschappij is het niet anders, waarin er altijd al verschillende klassen bestaan en er krachten zijn die deze klassen- en machtscheiding zorgvuldig in stand houden. Want zonder deze machtsstructuur zou zogezegd alles in elkaar donderen.

Maar deze onderverdeling in hoger en lager is slechts gebaseerd op theorie, speculatie en aannames. Het is meer historisch, dan logisch. Het is een kaartenhuis op drijfzand. Het heeft ons het een en ander gebracht in het verleden, met name militair-industrieel-economisch, maar het is nooit bedoeld om onszelf duurzaam mee te organiseren, enkel tijdelijk. Als we verder willen, kunnen we niet anders, dan de denkgroef uit het verleden ter discussie te stellen en er een andere voor in de plaats te zetten die dichter bij de werkelijkheid ligt. Daarbij is het verstandig om een vuistregel te hanteren om te bepalen wat waar zou kunnen zijn. Ockhams scheermes stelt dat wanneer er verschillende hypotheses zijn die een verschijnsel in gelijke mate kunnen verklaren, die hypothese gekozen moet worden die de minste aannames bevat en het kleinste aantal entiteiten veronderstelt.

Onze moderne wetenschap is gebouwd op een enorm aantal aannames. En deze zijn met name materialistisch van aard, waarin we veronderstellen dat enkel de waarheid is te vinden door de stof (materie) te bestuderen en meetbaar te maken. Materie (van Mater, moeder) is zogezegd opgebouwd uit inmiddels 118 verschillende elementen en hun interacties. En alles wat we daarmee niet kunnen verklaren, doen we af als ‘toeval’ of dichten we toch maar toe aan een mysterie (bijv. de big bang als deus ex machina) of mystiek opperwezen dat we feitelijk naar óns evenbeeld hebben geschapen (personificatie). Je hoeft dit niet als een ontkenning daarvan te lezen, wellicht als een overdrijving, maar in de kern is het bedoeld om aan te geven dat er wellicht méér in het vat zit dan wij geneigd zijn te denken.


De grond van cocratie bestaat uit vier beginselen die zich holografisch, dus niet hiërarchisch, tot elkaar verhouden en samen als delen een geheel vormen en dus géén eenheid van onderdelen.


cocreators: De creatieve @geesten die mét elkaar het geheel vormen

Het begint en eindigt allemaal bij het mystieke en mysterieuze zelf. Dat is de basis van alles en waar alles om draait. De geest is het zelf dat bezield is en heeft gekozen een belichaamd leven te leven als een ‘ik’, dat alles tezamen vormt dan het zelf. Dit kan besluiten om allerlei belevingen mee te maken. En om allerlei verschillende redenen. Voor sommigen is het om anderen verder te helpen en sommigen zijn hier puur voor zichzelf of om een imperium te bouwen ten koste van anderen. Alle smaakjes zijn vertegenwoordigd in deze soep van belangen en betekenis.

Het ondeelbare individu is dan ook de basis van alles. Er zijn net zoveel werelden als er zelven zijn. En niemand kan daarom aanspraak maken op ‘de ene waarheid’. De creatieve geesten scheppen en herscheppen de wereld continu mét elkaar. Op ieder moment, in het hier en nu. Er is daarom ook geen sprake van een hiërarchie (heilige heerschappij) die van boven naar beneden werkt, maar van een holografie, waarin het geheel onlosmakelijk verbonden is met elk deeltje, zonder een eenheid (mono) te vormen.

Van oudsher wordt dit ‘zelf’ ook wel een ‘Monade’1 genoemd. Dit is een lastig te bevatten paradoxaal concept, wat ook op veel manieren wordt uitgelegd, afhankelijk van iemands overtuiging. In dit geval is een Monade de geestelijke oorsprong van het individu. Het is de unieke, ondeelbare eenheid die ieder van ons vormt, zonder dat hiervoor een hogere macht hoeft te worden aangenomen. Er is daarom ook geen scheiding tussen geest en lichaam, deze liggen in elkaars verlengde. Het ene komt voort uit het andere.

Socrates had het over zijn ‘Daimonion’2, de innerlijke stem, die hem influisterde wat hij wel of niet moest denken of doen. Zowel de termen ‘divine’ als ‘demon’ zijn hiervan afgeleid, maar is in tweeën gesplitst om een moralistisch onderscheid te kunnen maken tussen goede en kwade krachten aan ‘gene zijde’. Aristoteles heeft gezegd dat het leven in essentie draait om ‘Eudaimonia’3, wat vaak verkeerd wordt vertaalt als ‘gelukzaligheid’, maar feitelijk betekent: “Volg(ens) de innerlijke stem”, wat weer vertaald kan worden als ‘intuïtie’. Een tijdloze filosofie.

In wezen is deze Monade of Daimonion de enige aanname (zie Ockham’s scheermes hierboven) die wordt gedaan. De rest komt hieruit voort. En tegelijk kan iedereen zich hier wel iets bij voorstellen, ook Descartes had hier een variant op ‘bedacht’ met zijn ‘Cogito ergo sum’, wat zoveel betekent als ‘denken dus zijn’, waarbij hij in de goede richting zat, maar wellicht nét iets dieper had moeten graven dan zijn ‘rationele’ verklaring om bij de oorsprong van dat ‘denken’ te komen.


Projectie / voorstelling:
Hoe De #dingen zich ontvouwen

Ons zelf is een oneindige bron van creativiteit. Alles wat het zich kan voorstellen, kan het scheppen. Uit het niets (niet-iets), de leegte (chaos). Ook hele nieuwe werelden, net zoals we elke nacht hele nieuwe werelden bij elkaar dromen. Voor het leven als mens op aarde maakt ons zelf gebruik van de al bestaande bron (C) om zich een lijf, zintuigen en een brein te vormen. Een natuurlijke orde.

Ons brein maakt een holografisch beeld van de werkelijkheid in fotonegatief en projecteert (verbeeldt) dit in fotopositief (dus omgekeerd) naar buiten toe4. Dit houdt concreet in dat de buitenwereld het gevolg is van onze binnenwereld. Er is daarbij geen sprake van rangorde (hoog en laag, hiërarchisch), maar van volgorde (binnen en buiten, holografisch). De werkelijkheid is daarmee niet een kwestie van objectief/subjectief, maar is op zichzelf projectief van aard, waarbij het onderscheid tussen binnen- en buitenwereld onze eigen schepping is en niet op zichzelf bestaat (absoluut).

De werkelijkheid is een versmalde versie van onze totale waarheid en wordt via de zintuigen geprojecteerd en waargenomen op een soort ‘projectiescherm‘, waarmee een wereld voor de schermen en achter de schermen ontstaat (die in elkaars verlengde liggen en niet van elkaar gescheiden zijn), waarmee we de schijn wekken dat de buitenwereld écht is. Alle #dingen zijn verschijnselen (fenomenen) die uit onze geest ontspringen. De buitenwereld is wel degelijk ‘echt’, maar daarmee is deze werkelijkheid nog niet de waarheid.

Deze individuele belevingswereld is daarom de basis van alles en iedereen. Er is dus geen universeel individu als universum, maar net zoveel individuele universa als er begeesterde individuen zijn. Ieders belevingswereld is individueel (ondeelbaar), het is daarom ook onmogelijk om die van een ander te kennen.


De omkering: Als we dit als uitgangspunt hanteren, dat wij in de kern zelfzuchtige en egocentrische wezens zijn en onszelf in alles altijd centraal zullen zetten, dan kunnen we komen tot wat meer realiteitszin in onze manier van organiseren, waarbij we niet gaan proberen om de mens en al zijn ‘beestachtige driften’ te begrenzen, onderwerpen en bedwingen, maar op zoek gaan naar manieren om tóch op een prettige manier mét elkáár samen te leven en werken, wetende dat we het uiteindelijk allemaal voor onszelf doen.


Synchronisatie / afstemming:
Hoe individuen verbinden

A (voorstelling) en C (waarneming) zijn aan ieder individu verbonden en kunnen iedere nacht worden ervaren door het dromen. Maar wat het leven anders maakt, is B: Afstemming tússen die ‘dromen’. Iedere co-creator zendt als creatieve geest een golflengte (signaal) uit naar anderen, waarmee de tweedeling (dualiteit) van ‘ik’ en de ‘ander’ ontstaat. Van binnenwereld en buitenwereld. Zo ontstaat ook het onderscheid tussen ‘nu’ en ‘verleden/toekomst’, de lineaire tijdsbeleving en ontstaat tegelijk een tijdsgeest.

Het uitgezonden signaal wordt direct opgevangen door andere cocreators, die zo tot een gedeelde werkelijkheid komen, als soep van golflengtes (frequenties) tot hun eigen projectie komen en zo mét elkaar dingen, gedachten en gevoelens kunnen delen en tot een gedeelde beleving kunnen komen van de gedeelde werkelijkheid. Zo kunnen deze geesten in hun levens als mensen op aarde van alles meemaken. Zie het als een vastvormige en voortdurende droomwereld die we met elkaar delen en beleven.

Door de continue interactie ontstaat steeds als vanzelf een evenwicht (equilibrium) over hoe iets werkt en wat de begrenzingen ervan zijn. Afspraken dus. Daarmee kunnen we tot op zekere hoogte hetzelfde waarnemen en ervaren, ondanks het feit dat onze beleving 100% individueel is en wij de ander niet eens direct kunnen waarnemen, maar enkel indirect via het uitgezonden signaal dat wij vertalen (decoderen) naar onze projectie.

Dit weten heeft grote gevolgen. Want hoewel wij onze werkelijkheid zelf projecteren (A), krijgt deze pas betekenis in de interactie en relatie met anderen. Zo leren we onszelf kennen dóór en via de ander. Daarmee kunnen we ook erkennen dat we de ander niet kúnnen kennen, maar enkel de ander waar kunnen nemen door onze eigen projectiefilters, de ‘ander’ is slechts onze vertaling.


De omkering: Omdat we onszelf centraal zetten, is empathie en sympathie ook best ingewikkeld en leidt dit door de beperkingen van taal snel tot misverstanden. Dit is ook niet vreemd, want we kunnen maar op één plek en één tijdstip tegelijk aanwezig zijn, waarmee ‘leven’ synoniem staat aan ‘schaarste’, waarvan we dus kunnen accepteren dat het ‘erbij hoort’ en niet hoeft te worden bestreden. We zijn geneigd deze conflicten te vermijden, terwijl het leven juist rijker wordt door het aangaan ervan, jezelf te leren kennen én de ander.


Perceptie / waarneming:
Hoe Onze gezamenlijke bron werkt

Een geest die heeft besloten om een leven aan te gaan en daarbij tot een gedeelde belevingswereld wil komen mét anderen, kan dit op zichzelf, maar het is vanzelfsprekend eenvoudiger en vaak interessanter om bij iets aan te sluiten wat al bestaat. Daarvoor heeft deze geest een bron nodig, een set van afspraken, die het mogelijk maken om de dingen en dimensies (3D-ruimte en 3D-tijd) op eenzelfde manier te kunnen waarnemen, met eenzelfde perceptie. De bron zorgt voor een concentratie van onze projectiekracht in een versmalde bandbreedte, waardoor we allemaal in eenzelfde spectrum van golflengtes leven.

Dit zijn geen in beton gegoten wetten die van bovenaf zijn opgelegd, maar onderling overeengekomen afspraken die door de tijd evolueren en continu blijven veranderen onder invloed van de geesten die hun gedeelde werkelijkheid samen scheppen als cocreators. Eén van deze afspraken is bijvoorbeeld dat ieder van ons het leven start door te vergeten wie men waarlijk is, om zo helemaal op te gaan in de beleving van de werkelijkheid zelf. Een andere afspraak is om in dezelfde dimensies te leven van tijdruimte (in die volgorde, het is geen ‘ruimtetijd‘).

Deze bron van alles is niet zozeer de oorzaak, maar veel meer het gevolg van het leven als mens op aarde. Het is een soort ‘kip-ei’, maar in dit geval komt de oorsprong (@Geest) vóór de bron. Net als in de journalistiek is de bron slechts de neerslag van de oorspronkelijke gebeurtenis en in de ICT is de broncode het gevolg van het programmeren, wat vervolgens weer de input is om mee verder te gaan. Maar de bron is geen oppermacht, laat staan een actief principe met een eigen wil.

De bron vormt als gevolg vervolgens wél weer de oorzaak voor ‘stap’ A, waarmee de cirkel rond is. Deze afspraken herbevestigen we continu met elkaar, waarmee eveneens een ‘groef‘ kan ontstaan waarin we onszelf vastzetten en in cirkeltjes blijven lopen. Grootschalige verandering is precies hierom zo lastig en hardnekkig. En het is ook hierom dat het lijkt alsof vrije wil helemaal niet bestaat. Deze bestaat wel degelijk, maar is enorm ingeperkt door de synchronisatie met anderen. Je kunt niet alles ‘manifesteren’ wat je ‘wil’, omdat je leeft in een gedeelde werkelijkheid.

Binnen de beperkingen zijn er echter altijd keuzes te maken, die ook nog eens in lijn moeten liggen met jouw eigen ‘levensplan’, waarin je van tevoren een aantal ‘poortjes’ hebt geplaatst, wat je ‘van plan’ was. Deze poortjes móét je door, van jezelf, tenzij je er gaandeweg achterkomt dat je een ander pad op moet. Ook dat is vrije wil. En die is beperkt, maar veel ruimer dan we meestal denken. Meestal denken we dat we ‘geen keus hebben’, terwijl we op elk moment, op elke plek een keus hebben. Als we ons dat gewaar worden, worden we vrij om te kiezen, omdát we doorkrijgen dat we een keus hebben.


De omkering: Het is algemeen bekend dat als er macht bestaat, deze de neiging heeft om te willen groeien, te centraliseren én te corrumperen. Robert Michels noemt dit wel de ‘ijzeren wet van de oligarchie’. Ook hier kunnen we het moralisme, dat dit iets ‘slechts’ zou zijn, overslaan en dit als een kracht gaan gebruiken. Centralisatie is namelijk heel krachtig, als het helpt om de positieve, spontane en bezielde krachten te bundelen om iets voor elkaar te krijgen. Het gaat echter mis als we deze kracht tot macht gaan verheffen en gaan samenbundelen bij één (rechts)persoon, waarbij de macht wordt vasgezet (gefixeerd). Vervolgens moeten er allerlei fixes, checks & balances worden ingebouwd om de macht in toom te houden.



Deze vier beginselen vormen samen het geheel van alles en iedereen. Het heel-al, wat een gevolg is van onszelf als oorzaak. De oorzaak ligt niet buiten onszelf, maar ‘in’ onszelf. Door de eeuwen heeft hierin een omkering plaatsgevonden, waarbij we pogen om allerlei eigenschappen en kwaliteiten in onszelf toe te dichten aan iets of iemand buiten onszelf in een persoon (van persona, wat ‘masker’ of ‘acteur’ betekent).

Eerst waren dit vele actors of goden, en later werd dit gecentraliseerd tot diegene die we ‘God’ noemen, een verpersonifieerde (tot persoon gemaakte) vergaarbak voor alles wat onverklaarbaar is met onze beperkte zintuigen. Waarmee ‘God’ op zichzelf geen verkeerd concept hoeft te zijn, maar de personificatie tot universeel individu een vrij beroerde metafoor en poging is om het onmetelijke mysterie en wonder verklaarbaar te maken vanuit ons beperkte verstand dat slechts een inkapseling is van dat onmetelijk grote beginsel.

In basis is niets meer of minder nodig dan de bovenstaande vier beginselen om alles te verklaren wat zich in de wereld bevindt of wat er te beleven valt. Dit houdt praktisch gezien in dat alle begeesterden cocreators zijn van deze gedeelde werkelijkheid. Het verschil zit erin in hoeverre mensen deze scheppingskracht bewust of onbewust inzetten.

Als zij zichzelf niet goed beheersen of nog te vergeetachtig zijn om zich te herinneren en gewaar te zijn wie zij waarlijk en werkelijk zijn, zullen zij hun angsten onbewust projecteren op de buitenwereld en daarmee scheppen wat zij niet wensen. Of scheppen wat zij nodig hebben om op hun juiste pad te komen. Daar kan veel voor nodig zijn. Daartoe kunnen zij gebeurtenissen, objecten en zelfs subjecten (personen) projecteren, zoals dat ook in dromen gebeurt. Daarbij zullen zij ook niet doorhebben dat zij dit zelf veroorzaken, maar zien enkel de gevolgen ervan. De buitenwereld wordt dan de werkelijkheid en de waarheid in de binnenwereld wordt vergeten.

Dit is de grondoorzaak van al het lijden in de wereld en leidt tot bestaansangst en de neiging om deze te onderdrukken en beperken. Dit leidt op zijn beurt weer tot gehechtheid aan allerlei uiterlijke zaken. Wat velen echter niet begrijpen, is dat dit proces niet als ‘onwenselijk’ moet worden beoordeeld, maar dat dit vaak juist precies is wat geestelijk gewenst is. Daarom wil dit eveneens niet zeggen dat het ‘ik’ en het bijbehorende lijden moeten worden uitgebannen (ascese)! Nee, dit lijden is in veel gevallen precies wat nodig is om geestelijk gezien verder te groeien (verruiming of expansie, geen verheffing of ascensie!) en ons te realiseren dat wij niet enkel toevallige, nietige wezens zijn, maar cocreators. Voor anderen is het juist zo dat zij hier zijn om te vergeten wie zij zijn, als doel op zich. Want dat is ook een unieke beleving.

Vaak wordt gedacht dat ‘weerstand’, ‘lijden’ en ‘pijn’ niet goed zijn en vermeden moeten worden, maar het is precies datgene wat ons doet realiseren wat we niet willen en waar we van weg moeten blijven. Zonder dat ‘slechte’ aspect zou er geen enkele beweging zijn, is alles ‘doods’, een flatline. Weerstand zorgt voor weerbaarheid. Het zorgt ervoor dat je zaken aankan die op je pad worden geworpen. Want dat is waarom we hier zijn. Niet om stilletjes ons in de burcht terug te trekken en ons beschermd te wanen, maar om deel te nemen, om mee te doen.

Daarnaast kan het lijden een bron van groei van een ander zijn. In die zin is het leven op aarde een zware beproeving waar voor iedere deelnemende geest het grootste respect mag worden opgebracht. Het vergt enorme moed. En het maakt het onmetelijk lastig om een goed oordeel te vellen over wat goed of kwaad is of wat de ware bedoelingen en betekenissen zijn achter bepaalde gebeurtenissen en verschijnselen, omdat er altijd enorm veel meer (beweeg)redenen zijn dan wat wij met onze beperkte zintuigen kunnen waarnemen.

Desalniettemin ontslaat het ons niet van de verantwoordelijkheid om de wereld een stukje beter en mooier achter te laten dan we deze hebben aangetroffen. Deze verantwoordelijkheid hebben wij allemaal, al draagt de ene deze bewuster dan de ander. En het is ons aller taak om elkaar, voor zover mogelijk en binnen de grenzen van andermans vrijheid, gewaar te maken en te herinneren, zodat wij op een bewustere manier een mooiere en betere wereld kunnen scheppen met elkaar als cocreators onder elkaar. Deze verantwoordelijkheid draagt ieder van ons áltijd en het is onmogelijk om deze te verleggen naar iets of iemand anders.

En dat is waar de whitepaper en de individuele verklaring van onafhankelijkheid starten. Lees daar vooral verder om meer te weten te komen over de precieze werking van cocratie.

De 8 bewegingsrichtingen
en de 4 dimensies

De vier beginselen (@,A,B,C) vormen een geheel, maar ook vier bewegingsrichtingen (dimensies) en daarmee krachten.

De eerste dimensie wordt vaak over het hoofd gezien, maar is wellicht de meest fundamentele: uitwaarts/inwaarts. Het verschil tussen binnen- en buitenwereld, wat de kern van het projectiemechanisme vormt. Alle andere dimensies komen hieruit voort. Uitwaarts komt hierbij vóór inwaarts, omdat het allemaal start vanuit het duister, de chaos, de leegte. Van binnen naar buiten. In het ‘niets’, de ‘chaos’ is enkel leegte, enkel volledig potentieel. De chaos is dan ook ‘negatief’, als in: ‘negatie’, ontkennend. Pas als de geest tweedelingen schept, zoals tijd of ruimte, ontstaat ‘positie’, iets ‘positiefs’, wat dus te maken heeft met de ‘wereld van de levenden’. Ook hier komt de dualiteit van duister en licht vandaan. Het duister is de oorsprong en het licht komt dááruit voort (‘Het licht scheen in de duisternis’). Dit licht verspreidt zich in meerdere richtingen of dimensies, die een archetypische, zinnebeeldelijke betekenis hebben en heel wezenlijk zijn voor de basis van alle leven.

De dimensie voorwaarts/achterwaarts is de tweede om te behandelen, want dit is een dubbele dimensie van tijdruimte (en niet ‘ruimtetijd’). Want deze vormt allereerst de tijdlijn van verleden-heden-toekomst en daarna pas ‘voorwaarts-achterwaarts’. We spreken ook in dezelfde termen van tijd als ruimte, zoals ‘voorwaarts naar de toekomst’ en ‘terug naar het verleden’. Als we het hebben over die toekomst denken we ook aan een ‘plek’, waarbij we ‘reizen’ van A naar B. Tijd moet worden gezien als iets soortgelijks als ruimte. Alle punten in de tijd ‘zijn’ er, net zoals alle punten in de ruimte en nemen een unieke plek in. Tijd en ruimte vormen zo unieke combinaties. Tijdreizen is daarom bijzonder lastig, omdat je nooit op dezelfde combinatie van tijdruimte uitkomt. Het midden is hierbij het ‘hier en nu’, maar eigenlijk moet dit het ‘nu en hier’ zijn. Achterwaarts is de conservatieve, behoudende kracht en voorwaarts is de progressieve, veranderende kracht die vaak met rechts/links worden verward.

Opwaarts/neerwaarts is de volgende en gelijk ook de meest dominante, heersende dimensie. Met name vanuit het idealisme is een kunstmatige tweedeling ontstaan tussen ‘hoog’ en ‘laag’, maar nog meer tussen de twee bewegingsrichtingen die deze tweedeling veroorzaakt. Omdat er een hogere en een lagere wereld zou bestaan, betekent dit automatisch dat de werkelijkheid ‘top-down’, dus neerwaarts is opgelegd aan de ‘lageren’ door een ‘opperwezen’, het universele individu. Hieruit ontstaat ook de andere richting, die van de ‘verheffing’ en ‘verlichting’ door ascensie (opstijging) en ascese (verzaking) van het wereldse, stoffelijke. Het is ieders taak om op te stijgen en ‘ten hemel te varen’, zoals in de parabel van Jacob’s ladder. Dit is echter in de praktijk helemaal niet het geval, niemand ‘stijgt op’ (zoals Jezus met hemelvaart) of ‘daalt neer’ (zoals de heilige geest met pinksteren), maar het vormt wel de basis van hoe wij onszelf laten organiseren, vanuit die oppermacht neerwaarts.

De dimensie linkswaarts/rechtswaarts is tot slot ook een bijzondere, omdat dit de meest verwarrende is, omdat deze zijwaarts werkt. Veel mensen moeten dan ook diep nadenken om het onderscheid ertussen te herinneren en verwarren links en rechts continu. Dit is niet het geval met de andere dimensies. Er worden dan ook veel zinnebeeldelijke betekenissen aan toegevoegd, denk aan links en rechts in de politiek, waarbij links meer sociaal-progressief zou zijn en rechts meer liberaal-conservatief. Dit onderscheid is echter behoorlijk willekeurig, want feitelijk worden links-rechts vermengd met de dimensie voorwaarts-achterwaarts. Een beter onderscheid is het verschil tussen de linker en rechter hersenhelften, waarbij links meer staat voor het verstand (ratio) en rechts meer voor gevoel (emotie). Het is het onderscheid tussen het kunstmatige en het natuurlijke/organische. Het technologische en het menselijke.

  1. //nl.wikipedia.org/wiki/Monade ↩︎
  2. Daimonion (Socrates) – Wikipedia ↩︎
  3. Eudaimonia – Wikipedia ↩︎
  4. De bron hiervan is het zelf van de auteur ↩︎