Voor wie het nog niet wist: de tijd van de natiestaat is voorbij, gelukkig maar. De naties die elkaar eeuwenlang de koppen hebben ingeslagen willen zich nu schijnbaar ‘verenigen’, ‘eenworden’ op continentaal niveau (in unies) en daarna waarschijnlijk tot één wereldorde. De grootste geruchten gaan hierover rond, met name welke kwade óf goede bedoelingen erachter zouden zitten.
Dus laten we het eens ontleden om de eigenlijke agenda te achterhalen, die veel meer banaal en tegelijk idealistisch is dan je geneigd zou zijn te denken. Er gaan daarbij nogal wat termen rond, zoals ‘Liberal International Order’, ‘Rules-Based Order’ of ‘New World Order’. Dit artikel is bedoeld om uit te vinden waar die termen vandaan komen, wat zij met elkaar gemeen hebben en waar ze uiteindelijk allemaal op doelen.
‘New World Order’ gaat over de ‘New World’
Er wordt nog steeds veel gesproken en geschreven over de New World Order, een term die voor de oorlog is ontstaan bij Theosofen als Alice Bailey 1, schrijvers als H.G. Wells2 en later ook in speech van George Bush Sr uit 19903:
“Out of these troubled times, our fifth objective — a new world order — can emerge… a world where the rule of law, not the law of the jungle, governs the conduct of nations.”
De laatste Sovjetleider Gorbatsjov gebruikte deze term ook al in een speech aan de VN in 19884, alsof hij zinspeelde op het feit dat Amerika de wereld zou gaan leiden:
“Further world progress is now possible only through the search for a consensus of all mankind, in movement toward a new world order. “
Want, wat belangrijk is om te weten is dat deze term New World Order, ook veelvuldig gebruikt door Henry Kissinger, specifiek heeft te maken met “The New World”, wat dus refereert aan Amerika, dat zo werd genoemd in de tijd van Columbus. De vele Europeanen die naar Amerika emigreerden gebruikten deze term eveneens.
Na de twee wereldoorlogen was het Britse Rijk, the empire where the sun never sets, niet meer wat het ooit was en er ontstond een behoefte aan een nieuwe wereldleider. Een natie die de kar kon trekken en wiens leiderschap buiten kijf stond. Dit werden de Verenigde Staten. Manly P. Hall, bekende occulte schrijver, schreef in “The Secret Destiny of America” 5 dat Amerika een rol te vervullen heeft in het leiden van de wereld. Uit Amerika komt dan ook het idee van de League of Nations, de voorloper van de VN, die niet voor niets het hoofdkantoor (gefinancierd door de Rockefeller familie) in New York heeft, het nieuwe York, The Empire State.
Dit wereldleiderschap was echter wel in combinatie met de oude wereldleider, het Verenigd Koninkrijk, want stiekem vindt de UK nog altijd dat de onafhankelijkheid van de VS een vergissing was. Ze denken nog altijd dat zij deze vergissing terug zullen draaien en wederom onderdeel worden van de Commonwealth, zoals Canada, Nieuw-Zeeland en Australië nog altijd zijn. Ze geloven dus meer in een hereniging dan een vereniging. Churchill zelf sprak dan ook van “The World Organization”6.
De Verenigde Staten (van Amerika) zijn dan ook gevormd naar het model van het Verenigd Koninkrijk. En de EU is weer gevormd naar hetzelfde idee, de Verenigde Staten van Europa. Allemaal gebouwd rondom ‘unity’ (eenheidsstaten). Het parlementaire systeem van twee kamers zoals dit dominant is in de westerse wereld stamt dan ook uit de UK, waar ze dit in zekere zin al sinds de dertiende eeuw zo hebben, redelijk ongewijzigd.
De oorsprong ligt in Londen en… Atlantis
Wat echter weinigen weten, is dat de onderhandelingen voor die nieuwe wereldorde al veel eerder waren begonnen dan 1945, zij leken hun kans al snel schoon te zien. Op 12 juni 1941 kwamen de ‘geallieerden’ al samen in Londen: het Britse Rijk, inclusief de ‘domeinen’ van de Britse Commonwealth Australië, Canada, Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika en de acht overheden die hun landen waren ontvlucht, waaronder vier van hen gestationeerd in Londen, waaronder het Nederlands koningshuis. De oorsprong van de Verenigde Naties kwam dus van de geallieerden, die afspraken de asmogendheden (Duitsland, Italië en Japan) te verslaan.
Vlak daarna vond in augustus 1941 voor de kust van Newfoundland de Atlantische Conferentie plaats. Hier ontmoetten de Amerikaanse president Roosevelt en de Britse premier Churchill elkaar op het slagschip HMS Prince of Wales (de titel van de Britse troonopvolger). Tijdens deze bijeenkomst werd het beroemde Atlantische Handvest (Atlantic Pact) opgesteld, waarin zij hun visie uiteenzetten voor de wereld na de oorlog. Dit werd door de eerder genoemde geallieerde overheden, nu inclusief de Sovjetunie, bekrachtigd op 24 september 19417. Vervolgens kwamen de VS en het VK weer getweeën samen tijdens de Arcadia conferenties, eind 1941 om de eerste draft te maken voor de “Declaration by United Nations”8, die zij vervolgens door allerlei geallieerde naties lieten ondertekenen om de drie “enemies”, de asmogendheden, te verslaan.
Na de oorlog werden de asmogendheden op de knieën gedwongen, waarbij Supreme Commander for the Allied Powers generaal Douglas MacArthur zelfs van 1945 tot 1948 interim leider van Japan was en daar ‘democratie’ bracht, werd de VN opgericht als voortzetting van het militaire verbond van enkel geallieerde machten en daarna, in 1949, het “Atlantisch Pact” ondertekend. In het begin werd de term “Atlantisch Pact” gebruikt om het verdrag zelf en het onderliggende concept te beschrijven, maar toen de institutionele structuur van de organisatie werd gevormd, begon men de nadruk te leggen op de naam van de organisatie zelf: de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO).
De link met Atlantis is niet toevallig en heeft niet alleen van doen met de twee grote machten aan weerszijden van de Atlantische Oceaan, maar ook met de legende van de verloren beschaving Atlantis. Dit verloren continent zou in die oceaan hebben gelegen en wordt al door Plato9 benoemd en spreekt bij velen nog altijd tot de verbeelding. Of ze nu geloven dat het echt heeft bestaan of niet.
Na 1500 kwam, mede onder invloed van de Medici familie, een renaissance van Plato’s werk, dat ineens was opgedoken uit Arabische landen en eigenlijk meer dan 1000 jaar verloren was gewaand. Dat wekt ook gelijk argwaan m.b.t. de echtheid ervan, maar dat terzijde. Dit hele idee is doorgegaan, o.a. in de Royal Society en in academia. Een heel sterk voorbeeld hiervan is “Nieuw Atlantis” van Francis Bacon10, een prominente denker aan het Britse hof.
Zowel bij de oude, esoterische inwijdingsgenootschappen als de ‘new age’ beweging wordt Atlantis gezien als een hoogstaande beschaving van weleer. Er zijn ook schrijvers die tot een andere conclusie komen. Atlantis was inderdaad een hoogstaande beschaving, maar is wel degelijk ten onder gegaan. En wel aan het eigen ‘succes’. Zij werden geleid door een priesterorde die de hele bevolking onder de duim had en die zij bedwelmden met (zwarte) magie. Daarnaast waanden zij zichzelf goden, die hoogmoed en trots veroorzaakten. Dit bleek de kiem voor de val.
Herkenbaar? Dat kan kloppen. De huidige ‘Atlantische organisaties’ gaan niet alleen over de oceaan, maar vooral over het opnieuw bouwen van Atlantis. Deze gedachte leek te heersen bij het Romeinse Rijk, het Heilige Roomse Rijk, Het Tweede Rijk van het eengeworden Duitsland onder Pruisen (1871 tot 1918), het Derde Rijk (1933 tot 1945) en het heerst ook nu weer bij het Vierde, Neo-Atlantische Rijk. Jazeker, we leven ook nu al in een wereldrijk, maar dat wordt ons alleen niet verteld.
Maar eigenlijk is de Amerikaanse Liberal International Order zelfs het vijfde Rijk. Want het oorspronkelijke Roomse Rijk mag niet vergeten worden. Het Romeinse Rijk dat ook al als symbool de adelaar droeg, net als de ‘imperial eagle’ van de VS én het leger van Napoleon11, de militaire ‘fasces’ (De roeden staan voor de “macht om te straffen”, de bijl voor de “macht over leven en dood” en de riemen de “macht om te arresteren”) van het latere fascisme12 en de lauwerkrans, die weer terugkomt in het logo van de Verenigde Naties. Alle rijken ná het Romeinse Rijk zijn feitelijk reïncarnaties van ditzelfde imperium, allemaal bedoeld om deze troon in ere te herstellen en een wereldrijk te stichten.
De oude Ordes zijn de basis voor de nieuwe
Waar komt dat woord ‘orde’ eigenlijk vandaan. Want het heeft niet enkel te maken met een tegenhanger van ‘chaos’ (wat Grieks is voor ‘leegte’ en niet voor ‘wanorde’). Het idee van een Orde stamt af van de oude Ridderordes, gesloten genootschappen en broederschappen, die zijn ontstaan uit militaire verdiensten en de daaruit voortvloeiende voorrechten (privileges). Vooral de kruistochten waren een grote bron van ‘riddering’ en tot op de dag van vandaag is de strijd om het ‘heilige land’ nog gaande, terwijl deze eeuwenoude oorsprong daarin niet wordt meegenomen.
Een Orde wordt gekenmerkt door ‘lidmaatschap’, waarbij er meestal inwijdingen plaatsvinden en er strikte spelregels zijn voor deelname en uitsluiting, net als in de internationale wereldorde. Deze Ordes zijn nog altijd alomtegenwoordig, maar door de eeuwen heen is de macht om te mogen ridderen steeds verder gecentraliseerd en steeds minder op basis van verdienste, maar meer en meer op basis van loyaliteit aan de orde zelf. Dit betekent echter niet dat hun macht is verminderd, hooguit veranderd van aard en vorm.
De Britse koning (Charles, oftewel ‘Karel’, zoals vele keizers heetten) is bijvoorbeeld tot op de dag van vandaag het hoofd van de Angelicaanse kerk, heeft het auteursrecht op de King James versie van de bijbel én draagt als enige staatshoofd van Europa nog een kroon. De oude ‘Orde van de Kousenband’ (Order of the Garter) is dan ook nog springlevend en alle royalty van Europa is er lid van, inclusief het heersende huis Windsor (wat tot 1917 het oorspronkelijk Duitse Huis Saksen-Coburg en Gotha heette) zelf. Het Britse koningshuis had overigens al veel eerder, in 1915, de ‘vijandelijke’ (mede-)Duitse Huizen van de lijst geschrapt. De ‘Garter’ of riem is zelfs terug te zien in het logo van de Nederlandse MIVD, gemodelleerd naar de Britse geheime diensten MI5 en MI6.
We gaan nu twee soorten symbolen zien. We zagen nu een wapen met een leeuw, die niet zozeer keizerlijk zijn, maar vooral koninklijk. Een koning is meer landgebonden dan de keizer, die zichzelf daar boven plaatst. Eerder hadden we al de Romeinse adelaar als symbool voor het ‘imperium’, het grotere Rijk. Want de adelaar is een dier dat heerst over de lucht, internationaal, niet gebonden aan landsgrenzen.
Het Byzantijnse Rijk begon het symbool van de tweekoppige adelaar in de 13e eeuw te gebruiken, om de heerschappij over oost en west weer te geven, de Byzantijnse claim op zowel politieke als spirituele autoriteit over zowel Azië als Europa. Na de val van Constantinopel in 1453, nam het Heilige Roomse Rijk onder de Habsburgers het symbool over als teken van hun ambities als de “erfgenamen” van Rome.
In Rusland is het vergelijkbaar. Het Huis Romanov (de gelijkenis met Rome is vast geen toeval) regeerde daar eeuwenlang en hanteerde als wapen een tweekoppige adelaar, net als het Huis Habsburg, de heersers van het Heilige Roomse Rijk. Bovendien noemden zij Moskou ook wel het ‘Derde Rome’14, nadat het eerste Rome van het West-Romeinse Rijk was gevallen en vervolgens het tweede Rome, Constantinopel.
Na de val van het Russische Rijk door de Bolsjewieken in 1917, is dit vervangen door de vlag met hamer en sikkel en werden de kruisvormige medailles (die huidige militaire Ordes nog altijd dragen, verwijzend naar de vier windrichtingen en seizoenen) vervangen door stervormige. Echter, na de val van de Sovjetunie en de oprichting van de Russische Federatie is het wapen in iets andere vorm weer in ere hersteld. In het midden prijkt Sint Joris die de draak doodt, een symbool dat het Britse koningshuis (Saint George) ook veelvuldig draagt. De Engelse vlag heeft een rood kruis, het St George’s Cross, dat overigens uit Genua stamt15 en later het symbool van de kruisridders werd.
In Spanje was het huis Bourbon lange tijd aan de macht, totdat Franco de macht greep als dictator. Hier rechts is het wapen te zien dat de Spaanse republiek droeg tijdens zijn bewind, een adelaar die de kroon beschermt. In de laatste jaren van zijn bewind (1969-1975) bereidde Franco nauwgezet de politieke machtsoverdracht aan de toekomstige koning Juan Carlos I van Spanje voor. Deze periode wordt daarom ook wel de ‘Bourbon-restauratie’ genoemd. De huidige koning Felipe VI (Filips de zesde) kan dan ook aanspraak maken op de titels van ‘Keizer van het Romeinse Rijk’ en ‘Farao van Egypte’16. Dit is niet toevallig, want de obsessie met Egypte is terug te zien in de vele obelisken die over de hele westerse wereld verspreid zijn, zoals in Parijs, New York en Londen, met het recordaantal van 7 stuks in Rome17.
In Duitsland was iets soortgelijks gebeurd, want daar was het Huis Hohenzollern in 1918 van de troon gestoten door de revoluties en de oorlog. Kroonprins Wilhelm van Pruisen had, samen met zijn vader ex-keizer Wilhelm II (gevlucht naar Nederland en woonde tot zijn dood in 1941 in Huis Doorn), een pact gesloten met Hitler om de monarchie te herstellen (het heette niet voor niets het ‘Derde Rijk’), maar Hitler kwam hierop terug in 193318. Dit wordt ook wel de Hohenzollern-restauratie genoemd, die in hun geval is gefaald. ‘Hun’ generaal of ‘interim-manager’ hield er schijnbaar andere, eigen ideeën op na.
Zonder te willen speculeren wat precies de beweegredenen hierachter waren, is het eerste punt dat ‘restauratie’ van het ancien regime vaker gebeurde, waarbij het Congres van Wenen van 1814/181519 een extreem voorbeeld is waardoor bijvoorbeeld Nederland voor het eerst een koning kreeg (voorheen kende Nederland enkel stadhouders), een titel die onderhands was ‘geschonken’ door de andere huizen, die na de enorme vernietiging van de Napoleontische oorlogen de oude ordes in ere konden herstellen. En hun uiteindelijke doel is steeds weer om een wereldrijk te stichten, liefst op basis van het Romeinse Rijk, door de titel van keizer weer in ere te herstellen.
Het tweede punt is dat de huidige (aanstaande) wereldorde niet iets nieuws per sé is, maar een voortzetting van de oude Ordes van weleer. De ‘Staat’ is dan ook een opgeschaalde en uitgebreide versie van de oude feodale landheer, die een ‘estate’ of ‘état’ beheerde en beheerste, uitleende in ruil voor opbrengsten en daarvoor bescherming teruggaf aan de horigen. Naast deze nationale ordes is de huidige Internationale Orde vooral een voortzetting van het oude, internationale maritieme zeerecht dat gold en geldt tússen de natiestaten (en hun grootgrondbezitters) en waarvan slechts één versie bestaat. Dus de huidige strijd om de wereldorde kan niet los worden gezien van de strijd door de oude ordes.
Het derde en laatste punt is dat de huidige staat én markt allebei nog altijd, net als de kerk, zijn gebaseerd op een ‘Gratie Gods’, een ‘Droit Divine’ (Goddelijk recht) om te mogen heersen. Via een WOO-verzoek (Wet Openbaarheid Overheid) is hierover een vraag gesteld, waarop als antwoord kwam dat deze ‘Gratie Gods’20, waarmee nog altijd alle Nederlandse wetten worden geopend, voorkomt uit Romeinen XIII uit de bijbel21. Als je naar de wapens van de ordes en huizen kijkt, is daar in de kern weinig veranderd, hooguit hoe het naar buiten wordt gebracht. Het ‘recht om te regeren’ (right to rule) en het verticale ‘sociaal contract’ (‘socii’ betekent ‘bondgenoot van Rome’) zijn nog altijd daarop gebaseerd. En de religie en mythologie zijn daarvoor de enige bronnen.
Het is dan ook opmerkelijk, maar niet verwonderlijk, dat Theosofe Alice Bailey de connectie legt tussen de nieuwe wereldorde en de komst van de Christus in het nieuwe tijdperk van Waterman. Steeds opnieuw wordt ditzelfde, oude verhaal van stal gehaald om voort te kunnen bouwen op de fundamenten van de oude wereldrijken, met name het Romeinse Rijk, waarbij de eerste keizers (die eerst als dictators door de senaat waren benoemd om de republiek te herstellen) zich ook beriepen op hun goddelijk recht en tot eerste vertegenwoordiger van God(en) op aarde werden uitgeroepen: de Principe (‘eerste‘, zoals het beroemde boek van Macchiavelli), waar ‘prins’ van is afgeleid.
En tot slot leiden alle wegen naar Rome. Want ‘katholiek’ betekent ‘universeel’ en dat betekent weer ‘één’ of ‘mono‘. De Roomse kerk heeft dan ook altijd al de ‘missie’ gehad om de wereldwijde kerk der kerken te zijn, heeft daarvoor de missies (een immer populair woord in organisatieland), kruistochten en inquisities opgezet en is feitelijk het eerste wereldwijd hiërarchisch georganiseerde lichaam met de paus aan het hoofd als vertegenwoordiger van God op aarde. Hoewel kerk en staat op papier van elkaar gescheiden zijn, blijken deze zoals hierboven beschreven ideologisch nog innig verstrengeld, net als de markt. Het idee van de ‘universele’ wetten van de natuur en het universum, die worden bestudeerd aan de ‘universiteit’ is dan ook Rooms van oorsprong. Net als Latijn uit de regio om Rome komt, Latium of Lazio.
Hoewel de macht lijkt te verschuiven van het Vaticaan, naar de City of London, naar Washington DC, zijn zij onderling afhankelijk van elkaar om stapje voor stapje de macht te centraliseren en zo een wereldrijk te vormen.
De vele gezichten van ‘rule’ en ‘order’
Er zijn verschillende termen in omloop voor de ‘wereldorde’, maar ze komen allemaal uit hetzelfde voort en op hetzelfde neer. In de Verklaring van Versailles van de EU uit 202222 wordt gesproken over de ‘rule-based order’:
“Meer in het algemeen verklaart de EU andermaal dat zij voornemens is de op regels gebaseerde wereldorde, waarvan de kern gevormd wordt door de Verenigde Naties, intensiever te ondersteunen.”
De woorden ‘rule’ en ‘order’ hebben daarbij dubbele betekenissen. Zo betekent ‘rule’ enerzijds ‘regel’, maar ook ‘regeren’ als werkwoord en ‘regering’ als zelfstandig naamwoord. Een ‘ruler’ is daarnaast een ‘heerser’, en zijn ‘rule’ is de ‘heerschappij’. Het tekent het belang van ‘soevereiniteit’, wat komt van ‘superieur’, hogergeplaatst. En die hogere rang is afkomstig van de regels die feitelijk regeren. Eén zo’n woord omvat een heel veld van betekenis.
Vervolgens komen we bij het woord ‘order’, wat eveneens een dubbele betekenis heeft. Het betekent uiteraard ‘orde’, wat een toestand aangeeft die niet wanordelijk is, maar netjes onderverdeeld in rangen en standen: een hiërarchie (letterlijk: ‘heilige heerschappij’). En het betekent ook een ‘rangorde’ in een genootschap of broederschap, die samen ‘de orde’ vormen.
Het betekent echter nog meer, zeker in het Engels. Bijvoorbeeld als werkwoord ‘bestellen’, maar vooral ook ‘bevelen’. Als zelfstandig naamwoord is het een ‘bestelling’ of ‘opdracht’, maar ook ‘bevel’, in de zin van ‘That’s an order!’ De hoogste baas van een orde is dan ook vaak de ‘grootmeester’, ‘supreme commander’ of ‘opperbevelhebber’, die daarmee het eerste en laatste woord heeft. Top-down. Alles ontspringt dan uit de top, niet van ‘de vloer’, want zij zijn letterlijk ‘ondergeschikt’.
Het is daarom ook wonderlijk dat zo’n ‘rule-based order’ als ‘democratisch’ wordt aangemerkt, want dat is een absolute tegenstelling. Een orde is geen gemeenschap, maar een genootschap, waarbij het mandaat om te mogen regeren, commanderen en bevelen vanuit de top komt, als vertegenwoordiger van God. Het volk wordt daarbij gezien als ‘subject’, letterlijk ‘onderworpen’ als ‘onderwerp’ of ‘onderdaan’. Voor de (bijna) soevereine (superieure) EU zijn de burgers dan ook officieel ‘EU-onderdanen’. Terwijl bij ‘democratie’ (volksmacht) het volk zélf aan de macht is, zonder dat daarbij een vorm van superioriteit nodig is.
Hiermee wordt ook ineens de term ‘Rule by Law and Order’ veel duidelijker. Dat is het achterliggende principe van de Rule-based Order. Dit sluit uiteraard naadloos aan op het idee van een rechtsstaat, waarin de wet regeert. De wet is een collectie regels die het gedrag van de burgers bepalen en sturen. Dus de connectie tussen ‘rules-based systems’ en ‘rule by law’ is vrij eenvoudig te leggen. Bovendien werden al veel van de ontdekte ‘sociale wetten’ in de praktijk gebruikt om gedrag (bij) te sturen, dus het was een logische gedachte om dit verder op te schalen.
De planeconomie en sociale sluiting
Na de eerste wereldoorlog heeft, naast de oprichting van de League of Nations, een nieuwe consolidatie plaatsgevonden op weg naar die ene wereldorde. Door de oorlog was een centraal beheerste planeconomie opgezet, die enerzijds het resultaat was van de oorlogsindustrie die de eigenaars veel opleverde en werd omgekeerd tot productie voor consumptie en anderzijds de overproductie die dit opleverde met enorme prijsdalingen. De magnaten van toen hebben onderling besloten het net te sluiten, omdat anders hun ‘spel’ in elkaar zou klappen.
De investeringen die zij hadden gedaan zouden nooit meer terugbetaald kunnen worden door de boeren die bijna niks kregen voor hun producten. En toen zou de economie planmatig worden aangepakt, van bovenaf gestuurd. De mensen die toen regeerden waren bovendien behoorlijk onder de indruk van wat ze hadden bereikt in de tweede wereldoorlog en waren van plan om hun macht en inzichten te verbreden over de gehele samenleving. Dit leidde tot het nieuwe verschijnsel van ‘consumentisme’, waarbij ‘advertising’ de motor van de economie zou aanzwengelen om het aanbod ‘aan de man’ te brengen. Dit is dus bewuste opzet geweest om de gevestigde orde in het zadel te houden.
Dat is de oorsprong van alle centralisatie, maar ook van alle monopolies en oligopolies van vandaag de dag, waarbij Big Business en Big Government innig verstrengeld zijn. Die samensmelting was overigens wat Mussolini ‘Fascisme’ noemde en paste helemaal in die tijd. Ook in het westen was men diep onder de indruk van de vijfjarenplannen van Stalin, een verschijnsel dat tot op de dag van vandaag nog bestaat, ook de EU maakt hier goed gebruik van. In die zin is er weinig veranderd en heet het nu ‘staatskapitalisme’.
Max Weber noemt het verschijnsel van ‘het net sluiten’ sociale sluiting23 en is gebaseerd op het wereldbeeld dat het leven een concurrentiestrijd om levenskansen is en dat dit een ‘zero-sum game’ is, waarbij je moet strijden om zoveel mogelijk van deze levenskansen voor jezelf en jouw ‘groep’ zeker te stellen.
Het is dát wereldbeeld, dat velen nu ‘neo-liberalisme’ noemen of ‘sociaal darwinisme’, dat ervoor zorgt dat we ramen en deuren sluiten en grenzen trekken tussen binnen en buiten. Dat we mensen insluiten (inclusie) in de ‘inner circle’ en uitsluiten (exclusie) van toegang (de basis van élk business model). Dat er gesloten genootschappen ontstaan, gemeenschappen vergaan en mensen zich kunnen verheffen boven anderen en zich kunnen afzonderen om besluiten vóór hen te nemen.
Rule-based systems vormen de basis voor de Rule-based Order
Na 1945 ontstond, naast de nieuwe internationale orde op basis van de VN, een geheel nieuw wetenschapsterrein, mede door de oorlogen en de centrale planeconomie, die maakten dat op steeds grotere afstand centraal bestuurd werd. Vele wetenschappers begonnen zich bezig te houden met de wetenschap van data en dataverwerking tot modellen om tot ‘volledige informatie’ te komen.
Nadat de wetten van de natuurlijke wereld ontdekt leken, was het nu de beurt aan de sociale wereld. Er stond een groep van enkelingen op, experts in hun vakgebied, de knapste koppen, die op afstand de maatschappij gingen onderzoeken om patronen te ontdekken. De sociale wetenschappen kwamen toen ook enorm op, onder andere het Tavistock Institute. De grootste bedrijven van toen waren dan ook in de ban van scenarioplanning, iets waar door Shell veel expertise over is ontwikkeld.
De kunst was om de complexe werkelijkheid voldoende te in te perken (reductionisme) om tot algemeen geldende, universele regels te komen die voldoende voorspellende waarde hebben om vooral de economie goed te kunnen voorspellen en daarmee beheersen. Zo ontstonden allerlei moderne disciplines, zoals de gedragswetenschap (behaviorisme), cybernetica (afgeleid van Oudgrieks kubernḗtēs: ‘sturen, gidsen’, wat de stam vormt van ‘government‘), game theory, expert systemen en kwam de computer in opkomst, met de uitvinding van de transistor. Wiskunde werd de nieuwe koning der wetenschappen.
Zo ontstond ook het rule-based programmeren. Een systeem dat is gebaseerd op regels die door experts worden ingevoerd en die de grenzen van dat systeem bepalen en bewaken. Zie het als een gesloten circuit, een spel met spelregels, waar niet van kan worden afgeweken. Zo’n systeem moet geprogrammeerd worden volgens ‘if-then’ regels en input-output redeneringen.
Een rule-based systeem wordt daarbij gekenmerkt door een aantal elementen:
- Een Data-base: dit is de input op basis van datapunten
- Een Rule-base: dit is een set van regels geformuleerd in de vorm van ‘als-dan’
- Een inferentie-engine (de ‘motor’)
- werkgeheugen waarin het wordt opgeslagen
Zo ontstaat uit zo’n rule-based systeem een hiërarchische beslisboom, waarmee tot ‘beslissingen’ en ‘executie’ kan worden gekomen. Daarbij bouwden zij voort op ‘game theory’, waarbij wordt verondersteld dat de wereld is te reduceren in modellen en causale diagrammen, met oorzaken en gevolgen die zoveel mogelijk voorspelbaar moeten acteren. Daarbij wordt veel gebruik gemaakt van wiskunde en zoveel mogelijk van ‘constanten’, want daarmee kan het model veel eenvoudiger blijven en wordt ‘onnodige complexiteit’ vermeden.
De simulatie is echter altijd nog enkel een weerspiegeling en vereenvoudiging van de werkelijkheid. Het is een model. En de kaart is niet het landschap, zoals we allemaal weten. Deze manier van denken past volledig in het mechanistische, rationele wereldbeeld dat al behoorlijk lang onder vuur ligt bij wetenschappers die een complexiteitsbenadering aanhangen. Die menen dat de werkelijkheid niet zo eenvoudig tot een model te reduceren is en dat de modellen óns zijn gaan beheersen, terwijl zij daar nooit voor bedoeld waren.
Zo’n constante in de natuurkunde is bijvoorbeeld de lichtsnelheid. De metingen hiervan liepen echter enorm uiteen (snelheid is afhankelijk van tijd en tijd is relatief), wat maakte dat men besloot om deze vast te leggen tijdens een congres in 1983, sindsdien is de lichtsnelheid een constante. Maar of dit nu ‘goede wetenschap’ is, dat valt de betwijfelen. De werkelijkheid bleek complexer dan de modellen, dus is de werkelijkheid aangepast aan die versimpelde weergave van de werkelijkheid.
In feite wordt de maatschappij gezien als een soort computer of machine, die in een gesloten circuit werkt, waarbij er input is, throughput (berekening/verwerking) en output. En als je maar genoeg rekenkracht hebt, genoeg data en goede regels en algoritmes, dan kun je de werkelijkheid héél precies simuleren (nabootsen) en alle mogelijke vergelijkingen, formules én problemen oplossen, zo is de gedachte.
Deze rationalistische manier van denken is echter doorgedrongen tot alle lagen van de maatschappij en is allereerst de bedrijven gaan beheersen en vervolgens ook de overheden in de vorm van ‘new public management’, waarbij werd gedacht dat alles als een gesloten systeem kon worden vormgegeven en op afstand kon worden bestuurd.
Hier zat echter meer opzet achter dan nu lijkt, want al tijdens de tweede wereldoorlog waren er plannen voor kunstmatige intelligentie (denk aan de Turing test). En het is ongelooflijk dat de wetenschappers van toen konden voorspellen dat er uiteindelijk technologie zou ontstaan die zulke enorme hoeveelheden data kon verwerken. In die tijd werd er namelijk nog vooral met ponskaarten gewerkt, dus ze moesten een ijzeren geduld hebben om de vruchten van hun werk te mogen plukken. Het is de moderne kathedraal, waarvan de ontwerpers het eindresultaat nooit zouden aanschouwen.
De mogelijkheden van de computer en digitalisering stonden dan ook hoog op de agenda bij de regeringen en boardrooms uit die tijd. Dat is dan ook de droom van elke bestuurder: een ‘cockpit’ of ‘dashboard’ waar je in ‘real time’ de stand van zaken kunt zien en pijlsnel besluiten kan nemen met minimale vertraging. Zo iemand zit dan letterlijk ‘aan de knoppen’ waaraan naar hartenlust ‘gedraaid’ kan worden. De ultieme maakbaarheidsgedachte.
Zij wisten wel degelijk dat wat met al die digitale technologie mogelijk zou worden en hebben enorme hoeveelheden financieel en menselijk kapitaal gezet op de ontdekking van de juiste regels en systemen om die regels goed uit te laten werken. Een belangrijk onderdeel van de centraal gestuurde planeconomie was dan ook de wetenschap, net als bij de Duitsers tijdens de tweede wereldoorlog.
Zeker met de uitvinding en de uitrol van het internet was er een enorme doorbraak. Het werd steeds eenvoudiger om grote hoeveelheden data te delen en verwerken en die waren bovendien ook nog openbaar beschikbaar. De uitvinding en uitrol van social media in combinatie met de smartphone hebben dit in de volgende versnelling gezet, want overheden en bedrijven hoeven nu geen ‘natuurlijke intelligentie’ in de vorm van mannen in regenjassen meer in te zetten. Daarvoor is nu ‘kunstmatige intelligentie’, waarbij de mensen zélf direct de data aanleveren en dit niet meer handmatig hoeft te worden gedaan met grote foutgevoeligheid, menskracht en vertraging.
De technologische ontwikkeling droeg enorm bij aan de verdere centralisatie van de multinationals en overheden, die zonder deze technologische ontwikkeling onmogelijk in staat zouden zijn een goed overzicht te hebben over de situatie ‘op de vloer’ en onmogelijk hadden kunnen opschalen. Elinor Ostrom24 had ook in de gaten dat dit de grootste flessenhals was voor de werking van de staat als ‘externe autoriteit op afstand’, die op zoek moet naar volledige informatie voor besluitvorming, maar deze nooit zal krijgen (omdat zij zich niet daar bevindt waar het besluit voor is bedoeld) en daarom oneindig door zal blijven groeien op zoek daarnaar.
De Liberal International Order
De term ‘Liberal International Order’ is een versie van de rule-based order met een ideologische insteek en is ontstaan na de Franse revolutie, waarbij ‘liberaal’ de eerste term is van de drie-eenheid Liberté, Egalité, Fraternité. ‘Liberaal’ wordt vaak gelijkgesteld aan ‘vrij’, maar dat is niet terecht. Liberaal betekent meer godsdienstig ‘vrijzinnig’ en economisch ‘vrijgevig’. En van oudsher komt het zelfs van de ‘libertijnen’, die als enige wet hun eigen wil hadden. Liberalisme gaat daarom niet zozeer uit van vrijheid als belangrijkste waarde, maar van ‘tolerantie’ en ‘legalisatie’ van allerlei zaken en praktijken die mensen van nature helemaal niet zo ‘vrij’ vinden. Denk aan lijfeigenschap, onderwerping of schuld.
In Groot-Brittannië en de VS is het eveneens geadopteerd als belangrijkste ideologie. Drie bekende iconen zijn het schilderij ‘La Liberté guidant le peuple‘ uit 1830 met godin Marianne25, gemaakt ver na de restauratie van het ancien regime door het congres van Wenen (1815), het eveneens Franse Statue of Liberty in New York, waar zoals gezegd de VN ook huist, met als spreuk ‘Liberty Enlightening the World‘. Bovendien komt de godin Columbia terug in de hoofdstad van de VS, Washington DC (District of Columbia, vernoemd naar Columbus). En tot slot Britannia, die Britse versie (vernoemd naar het Latijns-Romeinse woord voor het eiland).
Al deze godinnen waren afgeleiden van de Atheense godin Athena. Het oude Athene is in veel meer opzichten nog altijd de grootste inspiratiebron, zoals van de moderne ‘democratie‘. De Griekse ideologie is belangrijk geweest voor het Romeinse Rijk, waar Athena de naam Minerva kreeg, want de namen Britannia of Germania (ook eenzelfde ‘godin’) zijn allemaal Latijnse namen van de landen zoals deze door de Romeinen werden genoemd. Als nationale symbolen die tezamen toch een eenheid en eenvormigheid uitstralen van een federaal rijk.
Liberalisme is op het toppunt gekomen na de val van de Sovjetunie en de overgang van een bipolaire wereldorde (oost en west) naar een unipolaire (enkel west), geleid door de liberale VS. De huidige versie van de orde zelf is ontstaan in 1941, door de Atlantic Charter, en is formeel geïnstitutionaliseerd met de Bretton Woods conferenties, waarmee allerlei internationale instituten zijn opgericht op basis van verdragen tussen natiestaten.
Het gekke is dat dit eigenlijk helemaal geen ‘echt’ recht genoemd kan worden, omdat het enkel op verdragen is gebaseerd. Vandaar ook dat er geen wereldwijde ‘soeverein’ (superieur) bestaat en daarmee ook geen ‘executive’, geen directie om directe orders uit te kunnen geven aan de leden. De VN kent daarom enkel een secretaris-generaal en geen directeur-generaal of president.
Daarnaast kon toen ook nog niet worden gesproken van een ‘world order’, omdat niet alle landen meededen én er een ideologische strijd gaande was tussen oost en west, de bipolaire machten die de koude ‘oorlog’ voerden. Steeds meer landen werden lid van de VN en de NAVO, maar het was en bleef de ‘international order’ en niet de ‘global order’ zolang de Sovjetunie nog een voorname concurrent was en de VN vleugellam maakte met een veto in de veiligheidsraad. De koude oorlog was dan ook vooral ‘killing’ voor de liberale wereldorde.
Pas na de val van de Sovjetunie en de Berlijnse muur werd de wereldorde ‘unipolair’ en dacht de VS: “We won!”, alsof het een wedstrijd was, een verkiezingsstrijd tussen links en rechts. Omdat er geen tegenstander meer was, kon de ‘Liberal international order’ doorstoten voor de wereldmacht. De VS zetten daarom ook hun ‘verovering’ van de wereld met ‘democracy and freedom’ door, waar George Bush Sr het startschot voor gaf met zijn speech over de ”New World Order’ van 1991 en vervolgens het midden-oosten te bombarderen met een militair en ideologisch spervuur.
Een unipolaire wereldorde heeft dan ook als belangrijkste probleem dat er enkel ‘eenheid’ bestaat en er geen ‘dualiteit’ meer is om beweging te creëren, er geen vijanden meer zijn om je tegen te verzetten en het volk achter te verenigen als gedeelde vijand. Er zijn daarom ook veel schrijvers die erop wijzen dat ‘terrorisme’ werd gebruikt als nieuwe gezamenlijke vijand, die bovendien nooit écht verslagen kon worden, omdat deze feitelijk onzichtbaar en ontraceerbaar is.
Bovendien is de VS, als de nieuwe leider van het ‘wereldrijk’, aan haar stand verplicht om continu brandhaardjes te veroorzaken en verdeeldheid te creëren om de kunstmatige ‘eenheid’ onder de vleugels van hun adelaar te bewaken, vooral op het Euraziatisch continent, want als zij zouden gaan samenwerken, zou de VS als ‘redder’ totaal overbodig worden en is er geen afhankelijkheid meer. Zo werkt het met elk ‘rijk’ of imperium.
De westerse wereldmachten lijken er dus, door hun gebruik van de term ‘liberal international order’, nog niet van overtuigd dat het al echt een ‘Liberal World Order’ mag heten. Want dan moeten eigenlijk álle landen zijn omgevormd tot een liberale, ‘democratische‘ rechtsstaat, zoals John Mearsheimer stelt26. Pas dan zou je kunnen spreken van een wereldwijde ‘monocratie’, waarin ‘slechts één’ de macht heeft. Je zou kunnen zeggen dat dit officieel nog niet zo is, maar al eeuwenlang wel officieus.
Want het is toch wonderlijk dat praktisch alle wereldleiders over de hele wereld een pak met das dragen, inclusief China (India is een uitzondering), overal hetzelfde systeem van paspoorten, douanes en ambassades functioneel is, Engels de wereldse wereldtaal is en Latijn de geestelijke wereldtaal. Beide schriften zijn gebaseerd op het Latijnse alfabet. Bijna alle logo’s van Aziatische automerken zijn gemaakt met letters uit het Latijnse alfabet.
De hoeveelheid Latijn (schrijftaal) in het Engels (spreektaal) is bovendien enorm en samen beheersen zij de gehele wetenschappelijke wereld. Alle taxonomieën en categoriseringen in bijvoorbeeld de biologie en geneeskunde zijn in het Latijn, praktisch alle wetenschappelijke papers worden in het Engels geschreven. Als je intellectueel wil overkomen, is het belangrijk om zoveel mogelijk oorspronkelijk Latijnse woorden in de tekst te verwerken. Dit komt van de oorspronkelijk katholieke kerk en haar priesters, die allemaal Latijn schreven. De wetenschappelijke wereld met hun taxonomie is hier nog altijd een voortvloeisel van.
Op wereldschaal bekeken lijken andere grote spelers, zoals de Russische federatie (qua structuur dus geen natie, maar een federatie, zoals de VS en EU), China of de andere BRICS landen die een multipolaire wereldorde voorstaan niet een heel andere koers te varen. Vooral China lijkt voor het westen een schoolvoorbeeld van en proeftuin voor de Rule-based World Order van de toekomst, omdat ze daar actief experimenteren met sociale controle, heel direct aangestuurd door de overheid. Ook tijdens Covid-19 werd China op het schild gehesen vanwege hun daadkrachtige aanpak. Elon Musk heeft ook openlijk gezegd dat WeChat het grote voorbeeld is voor wat hij van plan is met X.com, een ‘everything-app’27.
De strijd is dus nog zeker niet beslecht, maar wijst wel duidelijk in één richting. De term ‘rule-based order’ wordt door de wereldleiders verschillend gebruikt, maar komt in essentie op hetzelfde neer. Maar in elk van de termen staat één woord in ieder geval vast: Order. Een woord met een dubbele betekenis, want het betekent zowel ‘orde’ als ‘order’, in de zin van ‘opdracht’. En laat nou het ‘opvolgen van orders’ precies datgene zijn wat Hannah Arendt als de basis van de banaliteit van het kwaad zag. En het is precies dat wat op wereldschaal wordt geïnstitutionaliseerd.
Op naar de Singular World Order?
Door deze manier van denken eens goed uiteen te zetten wordt beter duidelijk wat precies de agenda is van ‘onze’ wereldleiders en blijkt ook dat zij, zeker vanuit het westen gezien, behoorlijk eensgezind zijn in waar zij ‘met ons heen willen’. Zo wordt ook duidelijk waarom digitalisering, big data en artificial intelligence zó veel aandacht krijgen, omdat er een duidelijke agenda achter zit. Hierover zijn zij echter totaal niet transparant, maar lijken ze hier behoorlijk geheimzinnig over te doen.
Wat ze niet lijken te snappen is dat vrede niet ontstaat door blindelings en gedachteloos regels en orders op te volgen, maar door mensen die zelf nadenken en op basis van principes en een moreel kompas zélf kunnen bepalen wat het juiste is om te doen. En niet omdat dit hen is opgedragen of door de wetenschap is bepaald als ‘universele’ wet. Maar omdat zij dit zélf begrijpen. Want waar regels zijn, is vertrouwen afwezig. En waar vertrouwen is, zijn regels afwezig.
Voor de toekomst is het de vraag of het Rules-based systeem nog wel voldoet, zeker met de opkomst van Artificial Intelligence. Een belangrijke tegenhanger van Rules-Based Systems is dan ook Machine Learning Systems, dat niet langer is gebaseerd op regels die door experts zijn ingevoerd, maar ‘zelf’ kan leren en zich continu kan aanpassen. Dit zou ons in de volgende fase brengen van de ontwikkeling van de wereldorde: de Singular World Order, die waarschijnlijk zal samenvallen met de lang voorspelde Singularity: het moment dat de rekenkracht van computers de (gemodelleerde) rekenkracht van het menselijk brein overtreft. Zullen dan de polytheïstische goden van nu, de staten en bedrijven, allemaal opgaan in één groot digitaal ‘wezen’, de technogod Big Brother? Met de Big Brotherhood als priesterorde die bemiddelt tussen de Machine en de massa, de evangelists van Big Tech, ondersteund door Big Government en Big Business? Is dat waar we naar op weg zijn?
Dat zou een herhaling zijn van de ondergang van Atlantis, maar dan digitaal. De wereldleiders dromen al eeuwen van een Nieuw Atlantis, een utopia van regels en regering, waarin een kunstmatige ‘vrede’ heerst (eerst Pax Romana, nu Pax Americana), omdat de volkeren onder de duim worden gehouden met een oneindig woud aan regels en handhaving (onder dreiging van geweld). Ook nu is, net als in het oude Atlantis, de heersende klasse bezeten door hoogmoed. Ze bouwen door aan hun digitale ‘wereldbeschaving’, terwijl ondertussen het volk het niet meer pikt en hun kaartenhuis instort. Waarom? Omdat zij denken de uitverkorenen te zijn, verheven boven de rest, de neo-Atlantische priesterorde met hun onbegrensde technologie. En dat is de kiem voor de val.
Er is wel degelijk een alternatief
De rule-based order wil ons graag doen denken dat er geen alternatief bestaat voor hun op regels gebaseerde wereldorde, maar dat is natuurlijk helemaal niet waar. Wellicht geloven ze zelf niet langer dat er nog iets kan bestaan buiten hun genootschap, maar de alternatieven zijn er altijd al geweest, hooguit onderdrukt.
Daarbij is het ook een gemeenschappelijke, algemeen gedeelde frustratie dat we omkomen in de regels. De regels regeren. En hoe denken we het woud aan regels te kunnen inperken, zolang we vast blijven houden aan een rule-based order en deze zelfs verder willen opschalen tot op wereldschaal? Dat is onmogelijk. Sterker nog, met elke extra bestuurslaag neemt het aantal regels exponentieel toe om de boel in het gareel te houden. De rechtsorde centraliseert in rap tempo tot één grote rechtsorde, waarin iedereen ‘wereldburger‘ wordt (‘geborgen’ met hun ‘borg’ in de ene ‘wereldburcht’). Dat klinkt op papier mooi, maar in de praktijk betekent dit de vestiging van een wereldwijde monocratie.
Het tegenovergestelde van ‘regels’ is drieledig van aard.
- Ten eerste gaat het om ‘relaties‘. We kénnen onszelf en elkaar niet. We gaan als anonieme, brave burgers en ‘personen’ dagelijks door onze routines, maar komen niet of nauwelijks een laagje ‘dieper’, het blijft allemaal aan de oppervlakte. Mensen zijn eenzaam, hebben behoefte aan contact, maar missen het ‘platform’ om elkaar beter te leren kennen. Om een gemeenschap te kunnen vormen.
- Ten tweede draait het juist om ‘vertrouwen‘, want regels zijn juist bedacht om vertrouwen overbodig te maken. Het is vertrouwen dat maakt dat mensen met elkaar zaken gaan doen, elkaar durven aan te spreken, conflicten durven op te lossen. Het is juist het geïnstitutionaliseerde wantrouwen in statische regels, procedures en wetten wat maakt dat ‘social fabric’ afbrokkelt en uitholt.
- Ten derde hoef je je niet meer te verlaten op de mensen zelf, maar hebt hun ‘geweten‘ uitbesteed aan de regel. De moraal, wat goed of slecht is, wordt niet langer bepaald door de juiste toepassing of interpretatie van een regel door een expert, maar op basis van het moreel kompas van de mensen zélf. Zij kunnen zélf bepalen wat goed of slecht is.
Deze drie beginselen vormen de basis van cocratie, waarmee we een ándere ‘wereldorde’ kunnen scheppen, die is gebaseerd op de mensen zelf én hun interacties, waarin men mét elkaar, in gemeenschap, tot duurzame besluiten kan komen en men zich niet langer hoeft te verlaten op hogere machten, wetten en regels om dit vóór hen ‘op te lossen’.