Over Cocratie / FAQ


Hoe is cocratie ontstaan?

Cocratie is ontstaan als gedachtenexperiment van SietseR (Sietse Rauwerdink), die al sinds 2008 probeert duidelijk te maken aan mensen dat zij in staat zijn zichzelf te organiseren. Dit doet hij al die tijd met behulp van KoersKaarten, waarmee al zeker 200.000 mensen in gesprek zijn geweest, zonder dat hij al die sessies hoefde te begeleiden. Want dat doen de mensen zélf en mét elkaar, aan de hand van de KoersKaart.

Dit bracht hem op de gedachte dat wellicht hij niet gek was, maar dat de manier waarop we onszelf tot nu toe hebben georganiseerd dit wél was. Gecombineerd met de enorme crises van de afgelopen jaren en de totaal ineffectieve manier van organiseren die daarvoor werd ingezet met one-size-fits-none oplossingen, bracht hem dit op een zoektocht. Naar zichzelf, maar ook naar de ‘structuur die alle andere structuren overbodig maakt’.

Dit heeft hem gebracht op cocratie. Een technisch kinderlijk eenvoudige manier om onszelf op wereldschaal te organiseren, zonder dat we nog langer een verticale machtsverhouding hoeven aan te nemen of iemand hoeven te dwingen tot bepaald gedrag. We kunnen dit daadwerkelijk zélf. En mét elkaar.

Het vraagt echter wel om een totaal ander mens- en wereldbeeld en een andere levenshouding. Het vraagt om een verschuiving van ‘hoger-lager’ naar ‘kleiner-groter’. Van een mensbeeld dat is gebaseerd op wantrouwen naar één van vertrouwen. Van een kunstmatige orde naar een natuurlijke structuur. Maar bovenal: om deze niet langer op kunstmatige zaken te baseren, zoals wetten en regeltjes, maar op de mensen en hun bezieling zélf. De mensen dragen nu de integriteit en kunnen hun geweten niet langer uitbesteden aan afstandelijke enkelingen, strikte systemen en ingewikkelde ideologieën.

Nee. Het is nu echt aan ons. Skin in the game.


Welke belangen heeft de bedenker?

Wat bezielt iemand om zo’n nieuwe leef- en werkwijze te ontwikkelen? Het is goed om dit gelijk uit de doeken te doen, om open kaart te spelen, want anders weet je niet wat voor vlees je in de kuip hebt.

Voordat je begint, is het belangrijk voor jou, als lezer, om te weten wie deze schrijfsels heeft geschapen en welke geest dit heeft aangedreven. Daarbij is het vooral van belang om te begrijpen dat de meeste schrijvers die je leest, agenten zijn. Zij dienen iets of iemand anders. Deze schrijver is dat niet, is geen agent van wie of wat dan ook. Niets of niemand heeft hem opdracht gegeven, gedwongen dan wel lief gevraagd om te schrijven wat hier nu voor jou ligt. Het is een oorspronkelijk werk. Volledig van binnenuit ontstaan en van buiten doorleefd.

De schrijver is daarnaast ook nergens lid of onderdeel van. Hij heeft aan geen enkel clubje of genootschap zijn trouw gezworen en is nergens ingewijd. De meeste mensen die schrijven zijn lid van een geheim of publiek genootschap en hebben trouw gezworen aan iets ‘hogers’. Het is zo vanzelfsprekend in onze maatschappij zoals wij deze kennen dat we er niet eens meer bij stil staan. Je ziet het in de wetenschap, politiek, kerken, rechtsspraak enzovoort. En zij zijn te herkennen aan hun uniform. Meestal is dit zelfs wereldwijd gestandaardiseerd.

Zij hebben uit angst en gevoelens van schijnveiligheid hun geest geparkeerd en hebben zich teruggebracht tot agenten van anderen of systemen. Zij zijn ‘in dienst’. De schrijver is daarentegen nergens in dienst, is enkel heer en meester van zichzelf, en heeft ten tijde van het uitkomen van dit schrijven al zo’n 13 jaar geen baas meer boven zich gehad. Lees vervolgens maar eens de biografieën van de ‘grootste denkers’ uit onze geschiedenis en je zult zien dat zij allemaal in opdracht werkten van hogere machten of op z’n minst daarvoor betaald werden.

De slaafsheid geldt ook voor de ‘personen’ die het hoogst in de boom zitten. We zijn geneigd te denken dat zij het meest vrij zijn, als ‘principalen’ of ‘oversten’, maar zij die het laatste woord lijken te hebben zijn het meest afhankelijk van het systeem van állen. De mensen ‘onderin’ zijn relatief gezien het meest vrij, maar zijn op andere manieren tot slaaf, bijvoorbeeld van het geld en schulden. In alle gevallen laten zij zich betalen voor hun arbeid, in plaats van de vrucht van hun arbeid en zijn zij derhalve afhankelijk van anderen voor hun levensonderhoud.

Oftewel, lees dit als een verklaring van onafhankelijkheid van de schrijver. En weet dat je daarmee al een uniek werk in handen hebt. Of je het er nu mee eens bent of niet.


Wat hoopt de bedenker ermee bereiken?

En nog even iets persoonlijker: wat maakt de schrijver hierin dan anders dan al die andere auteurs? Dat is niet aan hem om te bepalen. Wat hij wel kan zeggen is dat hij zelf geen enkele behoefte heeft aan macht over anderen. Het is hem er niet om te doen om anderen de les te lezen of zijn wil op te leggen. Hij hoeft geen podium, het zal hem een zorg zijn of toekomstige generaties zijn naam zullen herinneren of scanderen. Hij is niet op zoek naar roem, maar naar rust. Hij is klaar met het onnodige drama in de wereld, de onnodige ellende waarmee we onszelf, elkaar en de toekomstige generaties opzadelen.

Het enige wat hij wenst is dat mensen hun verantwoordelijkheid gaan nemen voor een betere wereld. En niet alleen in woorden, maar vooral in daden. Dat is óók wat hij zichzelf toewenst. Dat zijn woorden en daden in lijn zijn met elkaar. Dat hetgeen hij wenst voor zichzelf en zijn medemensen, hij ook vóórleeft. En hij hoopt dat zijn schrijfsels mensen de spiegel voorhouden, maar vooral een vlaag van begeestering en bezieling geven.

De wens is dat je aan het einde van het lezen bij jezelf voelt: “Nu weet ik wat mij te doen staat.” En niet omdat het is voorgeschreven, maar omdat je het diep van binnen voelt als jouw waarheid. Dat je een anker hebt gevonden in jezelf, iets onbeweeglijks. Dat jij je herinnert wie je bent en waartoe wij mensen in staat zijn. Omdat de bezieling in deze woorden iets in jou ontketent. Dat is alles wat nodig is.

Ga er lekker zelf mee aan de slag, in basis heb je SietseR nergens bij nodig. Hij hoort wel graag wat voor grootse #dingen je zélf en mét elkaar hebt weten te bereiken. Dat is voor hem de kers op de taart. Maar vooral: wat voor mooie relaties je hebt opgebouwd. Want daar draait het tenslotte allemaal om in dit leven op aarde.

En voor zichzelf? Cocratie is de manier van leven en werken die een wereld schept waar hij zélf graag zou willen leven. Omdat deze social fabric is wat hij nu het meeste mist, in z’n eigen leven, maar hij ziet ook dat dit geldt voor vele anderen. En als je denkt: ik wil écht wel met SietseR in gesprek over dit concept of met hem aan de slag, neem gerust contact met hem op. Of als je een groots #ding wil organiseren, laat een KoersKaart op maat maken. En als je nog andere ideeën hebt, laat van je horen!


Wat maakt cocratie anders dan andere systemen?

In de heersende opvattingen en overtuigingen over hoe we onszelf zouden moeten organiseren zit altijd iets moralistisch, iets voorschrijvends. In de zin van: zó moet het en niet anders. Al deze opvattingen zijn ‘monocratisch’ van aard, monolithisch. Je ziet het in elk systeem, elke ‘isme’ dat is geprobeerd de afgelopen eeuwen. En het werkt nooit, omdat het niet uitgaat van de veelheid en de diversiteit, maar van de eenheid, om alles eenvormig te maken. We ontwikkelen steeds allerlei ingewikkelde systemen, waar de mensen zich aan moeten aanpassen, in plaats van dat deze hun leven gemakkelijker maken.

Cocratie is een systeem dat deze veelheid viert. De kern is dat de identiteit van elke gemeenschap behouden kan blijven en geen enkele hogere macht kan afdwingen dat zij zich moet conformeren en uniformeren. En dit komt door het feit dat we het steeds weer in een piramidestructuur blijven gieten, waarin we denken dat de top de macht en de antwoorden heeft. Maar dit is zelden tot nooit het geval. Sterker nog, de top weet bijzonder weinig en heeft zeer beperkte middelen om ‘het schip’ te besturen.

Als we wendbaar willen organiseren, moet die verantwoordelijkheid dus zo ‘laag’ mogelijk komen te liggen. Maar als er geen ‘hoger’ meer is, is dat een overbodige term geworden. Bij cocratie gaat het om ‘kleiner’ en ‘groter’. Het uitgangspunt is het individu. Als deze iets zélf kan oplossen, is het aan niets of niemand anders om dat te doen. We zijn enorm geneigd om steeds iets over te nemen van anderen, maar daarmee maken we onszelf mono-afhankelijk. Als het individu dit niet kan of wil, kan worden opgeschaald naar de kleinst mogelijke gemeenschap. En als het daar niet lukt, kan het wéér een slag groter. Enzovoort.

Cocratie is dus ook niet zozeer een systeem, maar veel meer een structuur. Een structuur is minder voorschrijvend op de inhoud en vertelt niet zozeer op normniveau hoe iets moet worden aangepakt. Als je goed oplet, zul je ook zien dat de vorm niet vaststaat. En dat er vooral beginselen (principes) worden gedeeld, op basis waarvan iedere gemeenschap zélf kan bepalen hoe zij hiermee om willen gaan.

Voor meer informatie, kijk ook bij Wat cocratie niet is.


Mensen zijn eigenaardig. Hoe ga je daar mee om?

Dat is de grootste onzekere factor in ieder besturingssysteem. Echter, de meeste besturingssystemen proberen deze onzekerheid te reduceren, door met allerlei kunstgrepen te voorkomen dat de eigenaardigheid van mensen aan de oppervlakte kan komen. Dit noemen we meestal ‘beschaving’, omdat mensen zich dan netjes ‘gedragen’, volgens de normen.

Bij cocratie gebruiken we deze ‘zwakte’ juist als kracht. De eigenaardigheid van mensen is ook de bron van hun creatieve kracht. Daarmee kunnen zij innoveren en oplossingen bedenken die niemand anders ziet. Conflicten leveren een creatieve spanning op, er raakt energie opgehoopt. Deze kan je proberen weg te nemen, of proberen te benutten. We moeten daarom mensen niet kunstmatig begrenzen, met wetten en regels, maar mensen een structuur bieden waarmee zij elkaar ruimte kunnen geven en belemmeringen wég kunnen nemen. Gebaseerd op de mensen zélf, hun interacties en relaties. Op die manier kun je goede ideeën bijslijpen en finetunen.

Zo bouw je samen aan probleemoplossend vermogen. En dat ontstaat dóór het te doen, door ervaring op te doen en is veel meer een verdienste dan een voorwaarde. Omdat je stress zet op de samenwerking, wordt deze juist sterker. Dat is iets heel erg paradoxaals, maar zo werkt het ook met mensen. Door tegenstand en tegenwerking word je krachtiger. Een boom die altijd in een kas heeft gestaan en buiten wordt gepoot, zal met de eerste wind omvallen. Maar met elke storm wortelt deze dieper en zal op een gegeven moment elke storm kunnen weerstaan.

Het kan natuurlijk voorkomen dat een groep gierend uit de bocht vliegt en er niet uitkomt. Het laatste wat je dan moet willen is het uitvechten bij de rechter. Het uitgangspunt is ook hierbij de subsidiariteit. Een gemeenschap probeert het eerst in eigen kring op te lossen en gaat daarna pas escaleren of opschalen. Als het écht niet anders kan.

Ook hierbij is cocratie niet voorschrijvend. Er zijn talloze methodieken, technieken, experts en ervaringsdeskundigen die heel goed weten hoe je met conflicten moet omgaan. En het zou goed zijn voor elke gemeenschap om een aantal ‘peacemakers’ in de eigen kring te hebben, mensen die goed zijn in het oplossen van conflicten. Maar nog liever: die de vonken kunnen laten knetteren, zodat de creatieve spanning die door een conflict ontstaat productief kan worden gemaakt. Dat is de ultieme ‘oplossing’.

Het is daarbij wel belangrijk dat je als groep weet wat je wél met elkaar wil bereiken. Het is heel gevaarlijk om een gemeenschap te starten op basis van een negatieve insteek, omdat je een gezamenlijke vijand hebt. Dan weet je zeker dat het tot onoplosbare conflicten leidt, omdat strijd dan het bestaansrecht is en in alles naar voren zal komen. Probeer met elkaar dus eerst common ground te vinden op basis van iets positiefs, door te bepalen waar jullie aan willen gaan werken en in de wereld willen zetten. Maar maak er geen ‘missie’ van, want dan gaan jullie je weer met anderen bemoeien als missionarissen en ben je continu bezig met iets wat nooit zal komen.


Welke digitale technologie beveel je aan voor cocratie?

In basis is geen enkele technologie nodig. Technologie zoals wij deze kennen, met name digitale, zit cocratie wellicht zelfs meer in de weg dan dat het verder helpt. Hoewel het internet ooit is opgezet vanuit een decentrale gedachte, zonder één partij die er de macht over heeft (hoewel dat ook wel eens wordt betwijfeld), wordt digitale technologie steeds meer ingezet om de gevestigde belangen te bevestigen en macht juist te centraliseren via propaganda en tegenmacht te censureren. Zodat er nieuwe piramidale machtsstructuren kunnen worden geschapen waar enkelen de vruchten van plukken.

Hoewel technologie op zichzelf neutraal is, maakt de toepassing van de meeste technologie de mens niet onafhankelijker, maar juist afhankelijker. Hele drommen mensen zitten te wachten op de volgende gadget om hun leven gemakkelijker te maken, maar ondertussen hebben zij niet door dat zij de gevestigde macht bestendigen én zichzelf afhankelijk maken en verzwakken. In basis moet je technologie alleen inzetten op problemen die het leven minder waard maken. Zaken die het leven betekenis geven, moeten juist niet geautomatiseerd worden. Wat betekenisvol is, dat verschilt alleen per persoon.

In basis hebben mensen bijzonder weinig technologie nodig, want daarmee kunnen zij niet anders dan hun problemen aankijken en zélf oplossen. En zo ontwikkel je weerstand en probleemoplossend vermogen. En dat is precies wat het belangrijkste uitgangspunt is van cocratie. Mensen hebben weerstand nodig om verder te komen. We moeten onze besturing niet meer laten afhangen van strikte systemen, zoals wetten of tech, maar van de mensen zélf. Dat is de enige weg naar wereldvrede. En als we dat eenmaal onder de knie hebben, dat we onszélf beheersen, dan kunnen we kijken hoe we dit proces kunnen vereenvoudigen of vergemakkelijken met technologie.

De enige technologie die nodig, is ‘cocratie’ zelf. Dat wil zeggen: directe vertegenwoordiging, vergadering en verantwoording. Meer is er niet nodig om onszelf op wereldschaal te organiseren. Dus ga uit van no-tech (alleen de mensen), kijk welke low-tech goed kan werken (bijvoorbeeld een simpele registratie van beslissingen) en als dát niet werkt kan worden gekeken naar high-tech (grootschalig standaardiseren, digitaliseren en uitwisselen).


Is de mensheid hier al klaar voor?

Dat is de vraag der vragen. En het antwoord daarop is: we zullen er nooit klaar voor zijn, zolang we er niet aan gaan werken. Zolang we denken dat iets of iemand anders het moet oplossen en we blijven klagen over alle corruptie en misstanden, zal er nooit iets veranderen. Pas als we de verantwoordelijkheid gaan nemen voor onszelf en onze eigen kleine gemeenschappen zal er iets gaan veranderen, omdat we dan ervaring gaan opdoen met het oplossen van onze eigen problemen.

En de mensen die het beste in staat blijken om onze problemen op te lossen, die zullen ook als eerste als vertegenwoordigers worden gekozen door hun medemensen. En zo gaat het balletje rollen. Het is dus ook geen ‘systeem’ wat je kan ‘implementeren’, omdat het niet zo werkt. Het is gebaseerd op de integriteit en ethiek van de mensen zelf. En die ‘heb’ je niet van jezelf, maar die ontwikkel je door positie in te nemen in de wereld, tegen de lamp te lopen, te vallen en weer op te staan.

Daarom is cocratie ook non-exclusief en non-inclusief. Als mensen er nog niet aan toe zijn is dat geen enkel probleem. Dan zullen anderen het voortouw nemen en kun je in hun kielzog mee. Zolang de vertegenwoordigers maar dichtbij staan en aanspreekbaar zijn. En zo kunnen we mét elkaar, stapje voor stapje, werken aan een nieuwe, menselijke infrastructuur, waarmee we social fabric ‘weven’. Onderlinge cohesie. We leren elkaar beter kennen en daarmee leren we onszélf beter kennen.


Wat is nodig voor de overgang naar cocratie?

De overgang is niet iets wat kan worden uitbesteed. Integendeel. Ook dat is namelijk de standaard manier van veranderen, die ervan uitgaat dat we in een piramidestructuur werken en leven, waarin de top alles bepaalt en iedereen zich moet conformeren en uniformeren naar de eenheid. Want anders zou er chaos (‘leegte’) ontstaan.

We zijn gewend om te denken in termen van ‘verandering’. Daarbij denken we dat er een huidige situatie is (‘ist’, A) en een ideale situatie (‘soll’, B). En vervolgens is het de vraag: “Hoe komen we van A naar B”? Maar dat kán helemaal niet, want er wordt helemaal niks ‘bewogen’ naar een nieuwe locatie. De metafoor zelf is hardstikke krom.

Dit idee stamt al uit de tijd van Plato, waarin hij een ideeënwereld schetst die volmaakt is en daarom is onze échte wereld onvolmaakt. Dit idealisme is een groot kwaad, omdat het ons steeds vertelt dat het niet goed genoeg is wat wij doen en wie wij zijn. In plaats daarvan is cocratie juist optimistisch, wat komt van Leibniz, waarbij we er vanuit gaan dat de wereld zoals deze is een huidig optimum (de beste van álle mogelijke werelden) is en we in het hier en nu kunnen streven naar en werken aan een volgend optimum. Dit streven heet optimisme. Daarbij ga je niet zozeer van A naar B, maar eerder van A naar A+. Of van ‘iets’ naar ‘iets’. Het is niet zozeer een model van een reis, maar van een ontwikkeling.

Om met cocratie aan de slag te gaan, hoef je dus ook niet te wachten op orders van boven, maar kun je in je eigen gemeenschap aan de slag gaan. Dit betekent dat je met elkaar aan de slag gaat om de zeggenschap volledig terug te nemen, door over alles zelf besluiten te proberen te nemen en zoveel mogelijk onafhankelijk te worden van iets of iemand buiten jullie gemeenschap.

En dit doe je door een #ding te organiseren. Dit kan klein beginnen en vervolgens heel groot worden. Ook hierbij is geen voorgeschreven regel over hoe het ‘hoort’ te gaan. Het zal ontstaan zoals het ontstaat en je kunt daarbij vooral werken met wat er praktisch voorhanden is. Meestal is het uitgangspunt een groep mensen die samen iets voor elkaar wil krijgen en doorheeft dat ze dit zélf moeten gaan doen. En de eerste stap is dan om bij elkaar te komen en te bespreken hoe jullie dit voor elkaar denken te gaan krijgen.

Daarbij kan het helpen om bijvoorbeeld de whitepaper te gebruiken als uitgangspunt en de individuele verklaring van onafhankelijkheid allemaal te ondertekenen. Puur voor jezelf. En als iemand er nog niet aan toe is, ook prima. Niemand dwingt een ander ergens toe.


Wat zijn de grootste belemmeringen?

Er zijn behoorlijk wat belemmeringen die cocratie in de weg staan. Er is mij ooit verteld: “Of het is logisch, of het is historisch.” Dat geldt hierbij ook. Zoals in de whitepaper is vermeld, is het niet de techniek die de belemmering vormt, maar onze denkgroef. De manier waarop wij gewend zijn om te denken en doen.

Een aantal van de grootste belemmeringen op een rij:

  • De gevestigde orde en belangen: Er zijn in deze wereld grotere machten bezig om te zorgen dat hun belangen worden behartigd. Dit gebeurt veelal achter de schermen, waarbij bij big business en big government drukke lobby plaatsvindt om dit voor elkaar te krijgen. In die zin stikt het van de samenzweringen, waar de meeste mensen geen enkele weet van hebben of enkel de gevolgen van mogen proeven. Het hoeft niet zo te zijn dat dit met kwade intentie gebeurt, maar waar je wel van uit kan gaan is dat de mensen die aan de knoppen zitten, voor of achter de schermen, nooit tegen hun eigen belangen in zullen gaan en zullen de voorrechten die zij hebben proberen te behouden, al was het maar omdat zij niet beter weten dan dat zij deze hebben en geen omgang hebben met anderen.
  • Bestaande infrastructuur: We hebben onze samenleving ingericht volgens verschillende klassen. De hogere klassen wonen dan ook in andere wijken en op andere plekken dan de lagere klassen. Dit betekent ook dat er een enorm verschil zit in kennis, maar vooral ook in tijd en middelen. De hogere klassen kunnen zichzelf makkelijker organiseren, omdat zij daartoe de middelen heeft. Zij kunnen hun privileges afdwingen. En daarnaast zijn de plekken waar de lagere klassen wonen enorm gemengd of juist een enorme monocultuur. Dit betekent dat het in een gemengde wijk heel lastig wordt om overeenstemming te bereiken en aan gemeenschapsvorming te doen. En in een monocultuur, waarbij mensen samenklonteren, zoals sommige ‘ouderwetse’ dorpen of juist culturele wijken in steden, zal het heel lastig worden om overeenstemming te vinden met ándere gemeenschappen.
  • De heersende consensus, verzwakte burgers en gebrekkig voorstellingsvermogen: Mensen zijn enorm flexibele wezens, passen zich gemakkelijk aan en kunnen met weinig toe. Daarnaast zijn zij geboren in het huidige systeem en weten niet beter dan dat het werkt zoals het werkt. Het is in die zin absoluut, op zichzelf staand. Het is gewenning. Pas als je doorkrijgt dat het anders kan, ontstaat er iets relatiefs, omdat je het ergens tegen kan afzetten. Dit is echter zeker geen garantie, omdat mensen ook geneigd zijn om hun situatie goed te praten uit zelfbehoud en omdat niemand zichzelf lager wil inschatten dan anderen. Slaven stonden er bijvoorbeeld om bekend om de slaven van een andere meester te bevechten, zodat zij het gevoel kregen beter te zijn dan anderen.
  • Totale atomisering en individualisering: En daar komt nog bij dat er een enorm gebrek is aan social fabric, mensen leven heel erg op zichzelf en missen in wezen een hechte gemeenschap waar zij deel van uitmaken. Dit maakt ook dat mensen zichzelf reduceren tot afhankelijke consumenten in een klant-leverancier verhouding. Mensen zijn hiermee verzwakt in de uitoefening van hun eigen machten en dragen daarom graag hun macht over aan anderen, omdat zij zichzelf hulpeloos voelen. Zij hebben niet het gevoel een bijdrage te kunnen leveren en voelen zich nutteloos. Ze richten zich op hun eigen leventje, maar voelen diep van binnen totale onverschilligheid.

Dus hoe gaan we hiermee om? Dat kan eigenlijk enkel en alleen door het te gaan doen. We kunnen eindeloos wachten tot alles is veranderd, maar het verandert pas als ieder van ons ermee aan de slag gaat. In die zin moeten we onszelf een nieuwe manier van denken en doen aanleren, door er daadwerkelijk mee te gaan oefenen. Bijvoorbeeld door een ding te gaan organiseren en zo social fabric te creëren.

Leidt dit niet stiekem tot revolutie?

Nee, zeer zeker niet. Revolutie betekent bovendien ook niet veel meer dan ‘herhaling’ of ‘omwenteling’. De grote revoluties uit het verleden hebben in die zin ook weinig blijvends bewerkstelligd. Ze zijn kortdurend en heftig, maar er is nu iets anders nodig.

Het zal nu ook niet meer enkel aankomen op een ‘avant garde’ of een leidende coalitie, want daarmee wordt enkel bewerkstelligd dat de ene vorm van tirannie wordt vervangen door een andere. De vorm van de piramidestructuur verandert er niet mee. De slavernij is zogezegd afgeschaft, maar het model erachter niet. Je kunt zelfs zeggen dat het in de volgende versnelling is gezet. En vele revolutionaire regimes hebben het nog beroerder gemaakt dat hun voorgangers. Ze zijn geworden wat ze vervloekten.

Het is nu een individuele revolutie. In ieder van ons vindt een verandering plaats. Bij de één gaat het sneller dan bij de ander, maar het is gaande. En als er voldoende mensen onafhankelijk zijn geworden, zullen zij de boel anders gaan vormgeven, van binnenuit. Zie het als jongeren die volwassen worden en hun ouders gedag gaan zeggen. Het is geen echt afscheid, het gaat wellicht gepaard met wat lastige gesprekken, maar het is een onvermijdelijk en onontkoombaar verschijnsel.

Het is dus veel meer een vorm van ontwikkeling dan van ontploffing. En daarbij is cocratie van zichzelf ook geweldloos. Of beter gezegd: je kunt geweld niet met geweld vergelden. Vele bewegingen uit de 20ste eeuw hebben laten zien wat daarvan de waarde is. Het is wel belangrijk voor mensen om te begrijpen dat ieder van hen in staat is tot geweld. Maar dat zij ervoor kiezen om dit niet in te zetten om hun gelijk te halen, dat is de basis voor een mooiere wereld. En hoe lang dat gaat duren, dat is aan de geschiedschrijvers van de toekomst.


Mijn vraag staat er niet bij…

Dan wordt het tijd voor een goed gesprek! Neem contact op met SietseR of mail naar info@cocratie.co.